Einde inhoudsopgave
Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften
Artikel 9 [Indiening beroepschrift bij OvJ. Gronden]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Redactionele toelichting
Het hoofdstukopschrift is gewijzigd.
- Bronpublicatie:
06-12-2001, Stb. 2001, 584 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken: 27878)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2001, Stb. 2001, 621 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Handhaving verkeersvoorschriften
Bijzonder strafrecht / Verkeersstrafrecht
1.
Tegen de beslissing van de officier van justitie kan degene die administratief beroep heeft ingesteld, beroep instellen bij de rechtbank; het beroep wordt behandeld en beslist door de kantonrechter. In afwijking van artikel 6:4, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wordt het beroepschrift ingediend bij de officier van justitie die ingevolge artikel 6, eerste lid, op het administratief beroep heeft beslist. Hoofdstuk 8 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.
2.
Het beroep kan worden ingesteld ter zake dat:
- a.
de gedraging niet is verricht of dat, buiten het geval van artikel 5, degene tot wie de beschikking is gericht, de gestelde gedraging niet heeft verricht;
- b.
de officier van justitie had moeten beslissen dat de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden, het opleggen van een administratieve sanctie niet billijken dan wel dat hij, gelet op de omstandigheden waarin de betrokkene verkeert, een lager bedrag van de administratieve sanctie had moeten vaststellen;
- c.
de officier van justitie ten onrechte de beschikking niet op grond van artikel 8 heeft vernietigd.
3.
Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.