Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat ter voorkoming van dubbele belasting op het gebied van successiebelastingen
Slotprotocol
Geldend
Geldend vanaf 09-01-1952
- Bronpublicatie:
12-11-1951, Trb. 1951, 149 (uitgifte: 26-11-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
09-01-1952
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-03-1952, Trb. 1952, 34 (uitgifte: 01-01-1952, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Voorkoming van dubbele belasting
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Schenk- en erfbelasting (V)
Bij gelegenheid van de ondertekening van het Verdrag, heden tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat gesloten ter voorkoming van dubbele belasting op het gebied van successiebelastingen, zijn de ondergetekende gevolmachtigden de volgende verklaringen overeengekomen, welke een integrerend deel van het Verdrag uitmaken.
Ad Artikel 1
De hoogste administratieve autoriteiten van de beide Staten zullen elkaar aan het einde van ieder jaar mededeling doen van de wijzigingen welke in de belastingwetgeving zijn aangebracht. Zij zullen zich verstaan teneinde de twijfel op te lossen die met betrekking tot de belastingen, waarop dit Verdrag van toepassing moet zijn, zou kunnen rijzen.
Ad Artikel 2 en 3
- 1)
Dit Verdrag beperkt niet het recht van Zwitserland om de successiebelasting, betrekking hebbende op de tot een nalatenschap behorende zaken, welke aan deze Staat uitsluitend ter belasting zijn voorbehouden, te berekenen naar het tarief dat toepasselijk zou zijn, indien de gehele nalatenschap of het gehele erfdeel in deze Staat belastbaar zou zijn.
- 2)
Indien de overledene zijn laatste woonplaats in Nederland had, zal deze Staat het recht behouden de belasting te berekenen over de gehele nalatenschap, onverschillig of de bestanddelen gelegen zijn op zijn grondgebied of op het grondgebied van Zwitserland, maar zal op de aldus berekende belasting het laagste van de beide volgende bedragen in mindering brengen:
- a.
het bedrag van de rechten en belastingen, door Zwitserland geheven over de zaken die volgens dit Verdrag op zijn grondgebied belastbaar zijn; of
- b.
het deel van de door Nederland berekende rechten en belastingen, dat in overeenstemming is met de verhouding tussen het zuivere bedrag van de in Zwitserland belastbare zaken en het gehele zuivere bedrag van de belastbare zaken van de overledene.
Ad Artikel 3
- 1)
Niettegenstaande de bepalingen van artikel 3, tweede lid, van dit Verdrag, zal de Staat, waarvan de overledene de nationaliteit bezat op het tijdstip van zijn overlijden, de successiebelasting kunnen heffen, alsof de overledene zijn woonplaats op dat tijdstip eveneens in die Staat had gehad, mits de overledene tijdens de tien jaren voorafgaande aan het overlijden, daar te lande werkelijk een woonplaats heeft gehad en hij op het tijdstip waarop hij zijn woonplaats in die Staat opgaf de nationaliteit van die Staat bezat; in dat geval zal het deel van de belasting, dat deze Staat niet zal hebben geheven, indien de overledene op het tijdstip van het opgeven van zijn woonplaats of op het tijdstip van zijn overlijden niet de nationaliteit van genoemde Staat had bezeten, verminderd worden met de belasting welke in de andere Staat uit hoofde van de woonplaats verschuldigd is.
- 2)
De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing op personen, die op het tijdstip van hun overlijden de nationaliteit van de beide Staten bezitten.
Gedaan in tweevoud te 's-Gravenhage, de 12de November 1951, in de Nederlandse en in de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.