V-N 2015/14.13
Na cessie vordering moet weer worden onderzocht of sprake is van compenserende heffing
HR 27-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:466, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 februari 2015
- Magistraten
Overgaauw, Bavinck, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/05184
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS920316:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:466, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 27‑02‑2015
- Wetingang
art. 10a Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat na de cessie van de vordering aan een (nieuwe) crediteur opnieuw moet worden beoordeeld of sprake is van een compenserende heffing. De Hoge Raad wijst daarbij onder andere op de doelstelling van de regeling.
Samenvatting
A houdt de aandelen in belanghebbende X bv en in H bv. Op 1 januari 1998 neemt X bv een deelneming over van H bv. X bv blijft de koopsom schuldig. In 2002 draagt H bv de vordering over aan R nv, een op de (voormalige) Nederlandse Antillen gevestigde vennootschap. De inspecteur staat aftrek van de rente op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.