NJ 1948/51
Rb. Rotterdam, 02-07-1947
Rb. Rotterdam 02-07-1947, ECLI:NL:RBROT:1947:18
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
2 juli 1947
- Magistraten
Mrs. v. Oosten Slingeland, Schenk, Schadee plv.
- Zaaknummer
[02071947/NJ_1948-51]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108544:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBROT:1947:18, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 02‑07‑1947
- Wetingang
Samenvatting
De overlegging van een verstekvonnis aan de hierbij veroordeelde partij is geenszins een daad, waaruit noodzakelijk voortvloeit, dat het haar beleend was.
De overlegging van het verstekvonnis aan de hierbij veroordeelde partij door de toenmalige Duitse gezant te Lissabon is geen betekening in persoon.
Dagvaarding overeenkomstig art. 4, 8° Bv. blijft mogelijk naast die volgens het verdrag Rv. van 1905 (desgelijks: Israëls, in W. 8903; Minister Nelissen aan het Kamerlid van Doorn, W. 8918; Kosters, „Grotius" 1914, blz. 117—120; van Rossem, aant. 11 op art. 4; de Moor, N.J.B. 1930, blz. 337 —347; Besier vóór H. R. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.