NJ 1930, p. 1250
Overeenkomst tusschen de gewezen echtgenooten over de voogdij, de opvoeding der kinderen en het bezoekrecht. Strijd met de goede zeden? Ongeoorloofde oorzaak? Gevolgen der overeenkomst. Vordering van den gewezen echtgenoot tot ontneming van het krachtens art. 280 B. W. toegekende recht op uitkeering.
HR 27-03-1930, ECLI:NL:HR:1930:287, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 maart 1930
- Magistraten
Mrs. Fentener van Vlissingen, Kosters, Schepel, Kirberger, Polak
- Zaaknummer
[27031930/NJ_1930,_p._1250]
- Conclusie
Conclusie van den Proc.-Gen. Tak.
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS102522:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1930:287, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑03‑1930
- Wetingang
(BW art. 158-173, 280, 284, 1371.)
Essentie
Overeenkomst tusschen de gewezen echtgenooten over de voogdij, de opvoeding der kinderen en het bezoekrecht. Strijd met de goede zeden? Ongeoorloofde oorzaak? Gevolgen der overeenkomst. Vordering van den gewezen echtgenoot tot ontneming van het krachtens art. 280 B. W. toegekende recht op uitkeering.
Samenvatting
De overeenkomst, waarbij een moedervoogdes hare bereidverklaring om mede te werken tot hare ontheffing uit de voogdij en tot het opdragen van de voogdij aan een ander afhankelijk stelt van een voor haar zelve gunstige finantieele regeling, is in strijd met de goede zeden. (Anders Proc.-Gen. Tak).
Het Hof, daarover anders oordeelende, op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.