Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 7
Artikel 617 [Geoorloofde vormen van loon]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1997
- Bronpublicatie:
06-06-1996, Stb. 1996, 406 (uitgifte: 01-01-1996, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 23438 Overheid.nl: 23438)
- Inwerkingtreding
01-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-01-1997, Stb. 1997, 37 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
1.
De vastgestelde vorm van loon mag niet anders zijn dan:
- a.
geld;
- b.
indien die vorm van loon gewoonte is of wenselijk is wegens de aard van de onderneming van de werkgever: zaken, geschikt voor het persoonlijk gebruik van de werknemer en zijn huisgenoten, met uitzondering van alcoholhoudende drank en andere voor de gezondheid schadelijke genotmiddelen;
- c.
het gebruik van een woning, alsmede verlichting en verwarming daarvan;
- d.
diensten, voorzieningen en werkzaamheden door of voor rekening van de werkgever te verrichten, onderricht, kost en inwoning daaronder begrepen;
- e.
effecten, vorderingen, andere aanspraken en bewijsstukken daarvan en bonnen.
2.
Aan de in lid 1 onder b, c en d bedoelde zaken, diensten en voorzieningen mag geen hogere waarde worden toegekend dan die welke met de werkelijke waarde daarvan overeenkomt.