RAR 2023/13
Diepslapers. Is de gehoudenheid van werkgever om in te stemmen met een beëindiging van een slapend dienstverband afhankelijk van het recht op compensatievergoeding en bestaat die ook voor (semi-)diepslapers?
HR 11-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1575
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 november 2022
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh, F.R. Salomons, K. Teuben
- Zaaknummer
21/01230
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS684195:1
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1575, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:136, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑03‑2021
- Wetingang
Art. 7:611, 7:673e BW
Essentie
Diepslapers. Goed werkgeverschap. Beëindigingsvergoeding. Arbeidsongeschiktheid. Slapend dienstverband.
Is bij de beoordeling van de gehoudenheid van de werkgever om in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van een slapend dienstverband onder toekenning van een vergoeding ter hoogte van de wettelijke transitievergoeding (Xella-norm) van belang (i) of ter zake van die vergoeding aanspraak kan worden gemaakt op compensatie als bedoeld in art. 7:673e BW en (ii) wanneer de bevoegdheid tot opzegging is ontstaan?
Samenvatting
In 1978 is werknemer in dienst getreden bij de werkgever. Vanaf 2000 is hij verschillende perioden (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt geweest en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.