Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2022/C 80/01 staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2022
130
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Inwerkingtreding
18-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
De productie van biobrandstoffen uit voedings- en voedergewassen kan de vraag naar grond doen toenemen en kan leiden tot de uitbreiding van landbouwgrond naar High Carbon Stock (HCS)-gebieden, zoals bossen, waterrijke gebieden en veengebieden, met extra broeikasgasemissies tot gevolg. Daarom legt Richtlijn (EU) 2018/2001 beperkingen op voor de hoeveelheid biobrandstoffen uit gewassen voor voedsel- en voederdoeleinden, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen die meetellen voor de streefcijfers voor hernieuwbare energie. De Commissie is van oordeel dat bepaalde steunmaatregelen indirecte negatieve externaliteiten nog kunnen verergeren. Daarom zal de Commissie in beginsel oordelen dat staatssteun voor biobrandstoffen, vloeibare biomassa, biogas en biomassabrandstoffen die de plafonds overschrijden om te bepalen of zij meetellen voor de berekening van het bruto-eindverbruik van energie uit hernieuwbare bronnen in de betrokken lidstaat overeenkomstig artikel 26 van Richtlijn (EU) 2018/200, waarschijnlijk geen positieve gevolgen zal hebben die zouden kunnen opwegen tegen de negatieve effecten van de maatregel.