V-N 2018/34.13
Sociaal plan met vrijwilligers- en plaatsmakersregeling kwalificeert niet als RVU
HR 22-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:958, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 2018
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Groeneveld, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
16/06236
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929150:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Pensioenregeling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:958, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1416, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 14‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑02‑2017
- Wetingang
art. 32ba Wet LB 1964
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat geen rekening hoeft te worden gehouden met de feitelijke uitstroom van werknemers en de hoogte van de feitelijk overeengekomen beëindigingsvergoedingen. Er moet worden gekeken naar de bedoeling van de regeling aan de hand van haar objectieve kenmerken en voorwaarden.
Samenvatting
X bv kondigt in april 2013 een reorganisatie aan, waardoor ten minste 230 arbeidsplaatsen zullen vervallen. X bv komt vervolgens een sociaal plan overeen met de vakbonden. In het sociaal plan zijn boventallige werknemers aangewezen volgens het afspiegelingsbeginsel bij onderling uitwisselbare functies. Het sociaal plan bevat daarnaast een vrijwilligers- en een plaatsmakersregeling. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.