Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
Artikel 14 [Vordering consument]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-1991
- Redactionele toelichting
Zie voor de partijgegevens van deze wijziging het Verdrag van 26-05-1989, Trb. 1989, 142.
- Bronpublicatie:
26-05-1989, Trb. 1989, 142 (uitgifte: 31-10-1989, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-02-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-01-1991, Trb. 1991, 15 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
De rechtsvordering die door een consument wordt ingesteld tegen de wederpartij bij de overeenkomst kan worden gebracht hetzij voor de gerechten van de verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan die partij woonplaats heeft, hetzij voor de gerechten van de verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de consument woonplaats heeft.
2.
De rechtsvordering die tegen de consument wordt ingesteld door de andere partij bij de overeenkomst kan slechts worden gebracht voor de gerechten van de verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de consument woonplaats heeft.
3.
Deze bepalingen laten het recht om een tegeneis in te stellen bij het gerecht, waarvoor met inachtneming van deze afdeling de oorspronkelijke eis is gebracht, onverlet.