Verdrag No. 87 betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht
Artikel 20
Geldend
Geldend vanaf 04-07-1950
- Bronpublicatie:
09-07-1948, Stb. 1950, J 538 (uitgifte: 13-01-1950, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
04-07-1950
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-03-1951, Trb. 1951, 27 (uitgifte: 01-01-1951, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Indien de Conferentie een nieuw verdrag aanneemt, houdende gehele of gedeeltelijke wijziging van het onderhavige verdrag, zal, tenzij het nieuwe verdrag anders bepaalt:
- a.
de bekrachtiging door een Lid van het nieuwe verdrag, houdende herziening, ipso jure onmiddellijke opzegging van het onderhavige verdrag medebrengen niettegenstaande het bepaalde in artikel 16, onder voorbehoud evenwel, dat het nieuwe verdrag, houdende herziening, van kracht is geworden;
- b.
van de datum, waarop het nieuwe verdrag, houdende herziening, van kracht is geworden, het onderhavige verdrag niet langer door de Leden bekrachtigd kunnen worden.
2.
Het onderhavige verdrag zal echter van kracht blijven naar vorm en inhoud voor de Leden, die het bekrachtigd hebben en die het verdrag, houdende herziening, niet bekrachtigen.