Einde inhoudsopgave
Beleidsregel werkwijze toezichthouder kinderopvang
Artikel 4e Jaarlijks en nader onderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
26-06-2014, Stcrt. 2014, 18504 (uitgifte: 30-06-2014, regelingnummer: 2014-0000085633)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2014, Stcrt. 2014, 18504 (uitgifte: 30-06-2014, regelingnummer: 2014-0000085633)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid kinderen en jongeren / Kinderopvang
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
Jeugdbeleid / Kinderopvang
1.
De werkzaamheden van de toezichthouder ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in artikel 1.62, derde of vijfde lid, van de wet bij de voorziening van gastouderopvang bestaan uit:
- a.
een bureauonderzoek van verkregen zakelijke gegevens en bescheiden; of
- b.
een locatiebezoek.
2.
Onverminderd het eerste lid kunnen de werkzaamheden van de toezichthouder ter uitvoering van het onderzoek, bedoeld in artikel 1.62, derde of vijfde lid, van de wet bestaan uit het voeren van overleg met:
- 1°
de gastouder;
- 2°
de houder van het gastouderbureau; of
- 3°
het college.