Computerrecht 2020/184:De Afdeling oordeelt in deze en drie andere uitspraken dat de bestuursrechter bevoegd is om te oordelen over verzoeken om vergoeding van schade wegens onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens tot een bedrag van € 25.000,00 indien de gestelde schade ‘verband houdt’ met een besluit als bedoeld in artikel 34 van de Uitvoeringswet AVG, zoals een verzoek om inzage of rectificatie van persoonsgegevens. Met dit oordeel houdt de Afdeling minder strikt vast aan artikel 8:88 Awb. Daarnaast oordeelt de Afdeling dat – ook bij immateriële schade wegens schending van de AVG – het uitgangspunt geldt dat diegene die stelt schade te hebben geleden wegens ‘aantasting in de persoon’ dit aannemelijk moet maken en met concrete gegevens moet onderbouwen.