NJB 2019/600
Het College is van oordeel dat de hoorplicht meebrengt dat een belanghebbende in beginsel in de gelegenheid moet worden gesteld zijn bezwaren mondeling naar voren te brengen. In een geval als het onderhavige, waarbij een besluit op bezwaar, waarbij de belanghebbende die gelegenheid reeds is geboden, wordt vervangen door een ander besluit op bezwaar, zal bij het nemen ervan, gegeven de ratio van de hoorplicht, onder omstandigheden ook buiten de gevallen genoemd in artikel 7:3 van de Awb van het horen mogen worden afgezien
CBb 05-03-2019, ECLI:NL:CBB:2019:91
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
5 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Stuldreher, Van der Beek, Waterbolk
- Zaaknummer
13/80 en 13/416
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2019:91, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 05‑03‑2019
ECLI:NL:CBB:2016:440, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 20‑12‑2016
- Wetingang
Essentie
Het College is van oordeel dat de hoorplicht meebrengt dat een belanghebbende in beginsel in de gelegenheid moet worden gesteld zijn bezwaren mondeling naar voren te brengen. In een geval als het onderhavige, waarbij een besluit op bezwaar, waarbij de belanghebbende die gelegenheid reeds is geboden, wordt vervangen door een ander besluit op bezwaar, zal bij het nemen ervan, gegeven de ratio van de hoorplicht, onder omstandigheden ook buiten de gevallen genoemd in artikel 7:3 van de Awb van het horen mogen worden afgezien
Uitspraak
‘5.1
Over de beroepsgrond dat verweerder [naam 2] ten onrechte niet overeenkomstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.