Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2007/2/EG tot oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Gemeenschap (Inspire)
Artikel 21
Geldend
Geldend van 26-06-2019 tot 26-11-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 26-06-2019.
- Bronpublicatie:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1010)
- Inwerkingtreding
26-06-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-06-2019, PbEU 2019, L 170 (uitgifte: 25-06-2019, regelingnummer: 2019/1010)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Milieueffectrapportage
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De lidstaten houden toezicht op de uitvoering en het gebruik van hun infrastructuren voor ruimtelijke informatie. Zij bieden de Commissie en het publiek permanente toegang tot het resultaat van dit toezicht.
2.
De lidstaten brengen uiterlijk op 31 maart van elk jaar een samenvattend verslag uit, dat zo nodig is geactualiseerd. Die verslagen, die openbaar worden gemaakt door de diensten van de Commissie met bijstand van het Europees Milieuagentschap, omvatten een korte beschrijving van:
- a)
de coördinatie tussen leveranciers en gebruikers van verzamelingen ruimtelijke gegevens en diensten met betrekking tot ruimtelijke gegevens en bemiddelende organen, alsook een beschrijving van de relaties met derde partijen en van de organisatie van de kwaliteitsbewaking;
- b)
de bijdrage die overheidsinstanties of derde partijen leveren tot de werking en coördinatie van de infrastructuur voor ruimtelijke informatie;
- c)
de informatie over het gebruik van de infrastructuur voor ruimtelijke informatie;
- d)
de overeenkomsten over gegevensuitwisseling tussen overheidsinstanties;
- e)
de kosten en baten van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn.
3.
Vervallen.
4.
Overeenkomstig de regelgevingsprocedure van artikel 22, lid 2, worden nadere bepalingen voor de uitvoering van dit artikel vastgesteld.