Einde inhoudsopgave
Rijksbesluit rechtspositie Gemeenschappelijk Hof van Justitie
Artikel 51
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 358 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 388 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Rijkswet Gemeenschappelijk Hof van Justitie (07-07-2010, Stb. 335).
- Vakgebied(en)
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Een lid van de Beheerraad wordt door Onze Ministers geschorst, indien hij:
- a.
zich in voorlopige hechtenis bevindt;
- b.
bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens een misdrijf is veroordeeld dan wel hem bij een dergelijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
- c.
bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surséance van betaling heeft gekregen, dan wel wegens schulden is gegijzeld.
2.
Onze Ministers kunnen een lid van de Beheerraad schorsen, indien:
- a.
tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf is ingesteld;
- b.
er een ander ernstig vermoeden is voor het bestaan van feiten of omstandigheden die tot ontslag, anders dan op grond van artikel 52, eerste lid of artikel 52, derde lid, onderdeel c, zou kunnen leiden.
3.
De schorsing, bedoeld in de voorgaande leden, eindigt na drie maanden. Onze Ministers kunnen de maatregel telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.
4.
De schorsing wordt beëindigd zodra de grond voor deze maatregel is vervallen.