Einde inhoudsopgave
Regeling geluidwerende voorzieningen militaire luchthavens 2015
Artikel 10
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2015
- Bronpublicatie:
14-10-2015, Stcrt. 2015, 36461 (uitgifte: 23-10-2015, regelingnummer: BS2015018351)
- Inwerkingtreding
01-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-10-2015, Stcrt. 2015, 36461 (uitgifte: 23-10-2015, regelingnummer: BS2015018351)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Geluid en trillingen
1.
De minister stelt de eigenaren van de woningen die op basis van het onderzoek in overeenstemming moeten worden gebracht met:
- a.
de in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, bedoelde geluidweringsvoorschriften,
- b.
de ingevolge artikel 4, derde lid, te treffen extra voorzieningen,
- c.
de in artikel 5, eerste lid, bedoelde technische voorschriften,
- d.
de in artikel 5, derde lid, bedoelde opheffing van gebreken en van achterstallig onderhoud,
hiervan binnen zes weken na ontvangst van de resultaten, bedoeld in artikel 9, derde lid, schriftelijk op de hoogte. Aan hen wordt verzocht binnen twee maanden na ontvangst van deze mededeling schriftelijk te verklaren dat zij zich verplichten om binnen een door de minister gestelde redelijke termijn de onder a tot en met d bedoelde werkzaamheden uit te voeren voorafgaand aan het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen, tenzij toepassing wordt gevraagd van artikel 4, tweede lid, of van artikel 5, vierde lid.
2.
De eigenaren van de woningen die op basis van het onderzoek voor het van rijkswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen in aanmerking komen, ontvangen binnen zes weken na het afronden van het onderzoek een aanbod met betrekking tot de aan te brengen geluidwerende voorzieningen, alsmede, indien toepassing wordt gevraagd van artikel 4, tweede lid, of van artikel 5, vierde lid, een voorstel voor een overeenkomst met betrekking tot de in het eerste lid, onderdelen a tot en met d, bedoelde werkzaamheden.
3.
Het aanbod kan op verzoek van de eigenaar betrekking hebben op een kleiner aantal geluidsgevoelige ruimten dan bedoeld in artikel 9, derde lid, onderdeel a. Indien de eigenaar het verschil in kosten, bedoeld in artikel 6, voor zijn rekening neemt, wordt bij het aanbod tevens een voorstel voor een overeenkomst bijgevoegd.
4.
Indien artikel 5, vijfde lid, van toepassing is, kan het in het tweede lid bedoelde aanbod op verzoek van de eigenaar betrekking hebben op geluidwerende voorzieningen waarmee een lagere waarde van de geluidwering van de uitwendige scheidingsconstructie ter bescherming van de geluidsgevoelige ruimte wordt bereikt als bedoeld in artikel 12, zesde lid.
5.
Indien van toepassing wordt na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde verklaring, het in het tweede lid bedoelde aanbod gedaan onder de voorwaarde dat de in het eerste lid, onder a tot en met d, bedoelde werkzaamheden binnen een door de minister gestelde redelijke termijn zijn uitgevoerd.
6.
De eigenaren van de woningen die op basis van het onderzoek niet in aanmerking komen voor het van rijkswege aanbrengen van geluidwerende voorzieningen, worden hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld.
7.
Aan de in het tweede lid bedoelde eigenaren wordt verzocht binnen twee maanden na ontvangst van het aanbod en, indien van toepassing de overeenkomst, door middel van ondertekening schriftelijk te verklaren dat:
- a.
zij voor alle geluidsgevoelige ruimten waar het aanbod betrekking op heeft, instemmen met de voorgestelde geluidwerende voorzieningen en toestemming geven tot het aanbrengen van de voorgestelde geluidwerende voorzieningen;
- b.
zij zich verbinden tot het uitvoeren van de in het eerste lid, onder a tot en met d, bedoelde werkzaamheden;
- c.
zij zich verbinden tot het nakomen van de in artikel 9, derde lid, onder e, bedoelde betalingsverplichtingen;
- d.
zij de bij het aanbrengen van de geluidwerende voorzieningen verwijderde onderdelen prijsgeven;
- e.
zij zich, indien van toepassing, verbinden tot het betalen van de in artikel 6 bedoelde kosten.
8.
Na ondertekening van het aanbod en, indien van toepassing, van de overeenkomst, wordt de desbetreffende eigenaren schriftelijk meegedeeld wanneer de geluidwerende voorzieningen naar verwachting zullen worden aangebracht.
9.
In geval de ondertekening van het aanbod en, indien van toepassing, van de overeenkomst, niet binnen de in het zevende lid genoemde termijn heeft plaatsgevonden, wordt de desbetreffende eigenaren schriftelijk meegedeeld dat geen geluidwerende voorzieningen worden aangebracht.