RAV 2023/3
Overheidsprivaatrecht. Kan de Staat met een vordering wegens onrechtmatig beletten van belastingheffing door derden (trustkantoren) op grond van het privaatrecht alsnog ageren als geen aanslag is opgelegd en ook niet meer kan worden opgelegd?
HR 04-11-2022, ECLI:NL:HR:2022:1579
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 november 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/01169
- Conclusie
A-G mr. G. Snijders
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS688898:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1579, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑11‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:102, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 04‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑03‑2021
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 104 Gw
Essentie
Overheidsprivaatrecht.
Kan de Staat met een vordering wegens onrechtmatig beletten van belastingheffing door derden (trustkantoren) op grond van het privaatrecht alsnog ageren als geen aanslag is opgelegd en ook niet meer kan worden opgelegd?
Samenvatting
Verweerder in cassatie heeft een gevangenisstraf uitgezeten wegens oplichting, afpersing, valsheid in geschrifte en deelneming aan een criminele organisatie. Na zijn vrijlating heeft hij een groep (deels buitenlandse) vennootschappen opgericht waarvan zijn broer het financiële en fiscale beheer van de groep voerde. Vrijwel alle vennootschappen in de groep zijn in staat van faillissement verklaard, met achterlating van grote belastingschulden. Verweerder en zijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.