NJ 2013/453
Witwassen na verwerven van een voorwerp afkomstig uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf.
HR 18-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3302, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 juni 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, Y. Buruma, J. Wortel, V. van den Brink
- Zaaknummer
11/05645
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
CA3302
- JCDI
JCDI:ADS161724:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3302, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑06‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3302, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑03‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑08‑2012
- Wetingang
Art. 420bis, 420quater Sr
Essentie
Indien het enkele voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, kan die gedraging niet als (schuld)witwassen worden gekwalificeerd (HR 26 oktober 2010, LJN BM4440, NJ 2010/655). Het zelfde geldt indien het niet gaat om het ‘voorhanden hebben’ van een voorwerp dat afkomstig is uit een door de verdachte zelf begaan misdrijf, maar het ‘verwerven’ van een dergelijk voorwerp. Ook dan dient de eis te worden gesteld dat er ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.