RvdW 2020/1007:Opzettelijk onjuist/onvolledig doen van aangifte inkomstenbelasting (meermalen gepleegd) door als belastingadviseur ten name van anderen onjuiste aftrekposten op te geven, art. 69.2 AWR. Kan verdachte in zijn hoedanigheid van belastingadviseur worden aangemerkt als ‘degene die bij belastingwet voorziene aangifte heeft gedaan’ in de zin van art. 69.2 AWR? HR herhaalt relevante overwegingen uit NJ 2020/157, inhoudende dat als aangifte ingediende gegevensdrager uitsluitend kan worden aangemerkt als ‘bij belastingwet voorziene aangifte’ indien die aangifte is gedaan door degene op wiens belasting- of betalingsplicht die aangifte betrekking heeft of door degene die uit hoofde van art. 42 tot en met 44 AWR als vertegenwoordiger van belasting- of betalingsplichtige kan optreden en dat art. 47 tot en met 51 Sr diverse mogelijkheden bieden om degene die anders dan als pleger betrokken is bij onjuist of onvolledig doen van bij belastingwet voorziene aangifte, onder specifieke voorwaarden strafrechtelijk aansprakelijk te stellen voor die betrokkenheid. Gelet hierop getuigt ’s hofs oordeel dat verdachte — die als belastingadviseur/consulent opzettelijk onjuist aangiftes inkomstenbelasting heeft gedaan ‘voor de in bewezenverklaring genoemde belastingplichtige personen’ — kan worden aangemerkt als ‘degene die opzettelijk bij belastingwet voorziene aangifte onjuist doet’ a.b.i. art. 69.2 AWR, van onjuiste rechtsopvatting.