Einde inhoudsopgave
Politiewet 2012
Artikel 71 [Indiening klacht]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
25-05-2016, Stb. 2016, 203 (uitgifte: 07-06-2016, kamerstukken: 34129)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-11-2016, Stb. 2016, 439 (uitgifte: 25-11-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht (V)
1.
Een klacht over een gedraging van een ambtenaar van politie wordt ingediend bij de politiechef van de eenheid waar deze ambtenaar is tewerkgesteld.
2.
Een klacht als bedoeld in artikel 70, eerste of derde lid, wordt ingediend bij de korpschef.
3.
Een klacht over een gedraging van een ambtenaar van de rijksrecherche wordt ingediend bij het College van procureurs-generaal.
4.
Een klacht over een gedraging van de korpschef, de krachtens artikel 28, derde lid, aangewezen leden van de leiding van de politie, de directeur van de Politieacademie en zijn plaatsvervanger wordt ingediend bij Onze Minister.
5.
Een klacht over een gedraging van een persoon die ten behoeve van de Politieacademie politieonderwijs ontwikkelt en verzorgt, kennis ontwikkelt, onderzoek verricht of onderwijsondersteunende werkzaamheden verricht of die werkzaamheden verricht binnen de staf van de Politieacademie, wordt, in afwijking van het tweede lid, ingediend bij de directeur van de Politieacademie.
6.
Een klacht over een gedraging van een militair van de Koninklijke marechaussee dan wel van enig ander onderdeel van de krijgsmacht, bij de uitvoering van zijn in deze wet omschreven taken, wordt ingediend bij Onze Minister van Defensie.
7.
Tenzij reeds naar tevredenheid van de klager aan diens klacht tegemoet is gekomen, wordt van de klacht, onverwijld na de ontvangst ervan, afschrift gezonden aan de burgemeester van de gemeente waar de gedraging waarover wordt geklaagd heeft plaatsgevonden, alsmede aan de hoofdofficier van justitie van het arrondissement waarin de gemeente is gelegen waar de gedraging waarover wordt geklaagd, heeft plaatsgevonden. De burgemeester en de hoofdofficier van justitie worden in de gelegenheid gesteld over de klacht advies uit te brengen. De eerste en tweede volzin zijn niet van toepassing op de klacht die is ingediend over een gedraging van een persoon die ten behoeve van de Politieacademie politieonderwijs ontwikkelt en verzorgt, kennis ontwikkelt, onderzoek verricht of onderwijsondersteunende werkzaamheden verricht of die werkzaamheden verricht binnen de staf van de Politieacademie.