RAV 2014/78
Verjaring. Levert het opzettelijk verborgen houden door de ouder-voogd van aan kinderen toekomende gelden uit de nalatenschap van de andere ouder een grond op voor verlenging van de verjaringstermijn en is het beroep van de ouder-voogd op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
HR 20-06-2014, ECLI:NL:HR:2014:1492
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 juni 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/03651
- Conclusie
A-G mr. L.A.D. Keus
- JCDI
JCDI:ADS918885:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Personen- en familierecht / Gezag en omgang
Verbintenissenrecht / Algemeen
Erfrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1492, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑06‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:345, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 25‑04‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑07‑2013
- Wetingang
Art. 1:377 (oud), 3:321 lid 1 onder f, 6:2 lid 2 BW; art. 73 Ow NBW
Essentie
Verjaring. Voogdijbewind.
Levert het opzettelijk verborgen houden door de ouder-voogd van aan kinderen toekomende gelden uit de nalatenschap van de andere ouder een grond op voor verlenging van de verjaringstermijn en is het beroep van de ouder-voogd op verjaring naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar?
Samenvatting
Verweerder in cassatie is van 1965 tot 1974 gehuwd geweest met de moeder van eiseres tot cassatie. Eiseres tot cassatie (hierna: de dochter) is geboren in 1969, haar zuster (hierna samen: de dochters) is geboren in 1966. Na echtscheiding zijn de dochters gaan wonen bij de moeder, die tot hun ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.