Einde inhoudsopgave
Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
Artikel 7.29 Vrijstelling op grond van toelatingsonderzoek
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2004
- Bronpublicatie:
06-06-2002, Stb. 2002, 303 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28024)
- Inwerkingtreding
01-09-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-06-2002, Stb. 2002, 303 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken: 28024)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
- Vakgebied(en)
Onderwijsrecht / Hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek
1.
Het instellingsbestuur kan personen van eenentwintig jaar en ouder die niet voldoen aan de in artikel 7.24, eerste onderscheidenlijk tweede lid, bedoelde vooropleidingseis noch daarvan krachtens artikel 7.28 zijn vrijgesteld, van die vooropleidingseis vrijstellen, indien zij bij een onderzoek door een door het instellingsbestuur in te stellen commissie hebben blijk gegeven van geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van dat onderwijs.
2.
De bij het onderzoek te stellen eisen worden opgenomen in de onderwijs- en examenregeling.
3.
Het instellingsbestuur kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma dat in het eigen land toegang geeft tot een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs, afwijken van de in het eerste lid genoemde leeftijdsgrens. Van die leeftijdsgrens kan het instellingsbestuur ook afwijken, indien in bijzondere gevallen geen diploma kan worden overgelegd.
4.
Het instellingsbestuur kan ten aanzien van opleidingen op het gebied van de kunst in bijzondere gevallen afwijken van de in het eerste lid genoemde leeftijd.