JOW 2008, 6
wederrechtelijk verkregen voordeel; beklag; aanwijzing ontneming; onderzoek in raadkamer
HR 25-09-2007, ECLI:NL:PHR:2007:BA2279
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2007
- Magistraten
Corstens, Van Dorst, De Savornin Lohman, Ilsink, De Hullu
- Zaaknummer
02839/06 B
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BA2279
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:BA2279, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:BA2279, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2007
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑11‑2006
- Wetingang
Sr art. 36e, Sv art. 552a
Essentie
wederrechtelijk verkregen voordeel; beklag; aanwijzing ontneming; onderzoek in raadkamer
Samenvatting
Verweer en middel steunen op de stelling dat het hoogst waarschijnlijk is dat de strafrechter de klager niet de verplichting zal opleggen tot betaling van een geldbedrag aan de Staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. Daartoe is aangevoerd dat het te ontnemen voordeel "uitsluitend zou kunnen worden gebaseerd" op het door de rechtbank in de hoofdzaak (onder 1) bewezenverklaarde feit (witwassen). Dat feit zou "van fiscale aard" zijn zodat § 3.4 van de Aanwijzing ontneming aan ontneming op de voet van artikel 36e in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.