V-N 2011/32.17
Hoge Raad legt het Hof van Justitie EU de btw-positie voor van een gebouw waaraan werkzaamheden zijn verricht ten dienste van vernieuwbouw, maar die op het moment van de levering/verkrijging nog niet zijn voltooid (art. 13 B onderdeel g en art. 4 lid 3 onderdeel a Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV)
HR 10-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BN3437, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Belastingkamer)
- Datum
10 juni 2011
- Magistraten
Van Vliet, Lourens, Bavinck, Leemreis, Punt
- Zaaknummer
08/02791
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
BN3437
- JCDI
JCDI:ADS183230:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BN3437, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BN3437, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑07‑2010
- Wetingang
art. 13 B onderdeel g en art. 4 lid 3 onderdeel a Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV
Essentie
Hoge Raad legt het Hof van Justitie EU de btw-positie voor van een gebouw waaraan werkzaamheden zijn verricht ten dienste van vernieuwbouw, maar die op het moment van de levering/verkrijging nog niet zijn voltooid (art. 13 B onderdeel g en art. 4 lid 3 onderdeel a Richtlijn 77/388/EEG (6e Rl); art. 15 lid 1 onderdeel a Wet BRV)
Samenvatting
Belanghebbende, X bv te Z, heeft op 6 februari 2004 appartementsrechten verkregen van winkelruimten in een winkelpassage. Direct voorafgaand aan de verkrijging van de onvernieuwbouwroerende zaak, is in opdracht en voor rekening van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.