Einde inhoudsopgave
Auteurswet
Artikel 15j [Omzetten voor leesgehandicapten]
Geldend
Geldend vanaf 11-10-2018
- Bronpublicatie:
11-07-2018, Stb. 2018, 302 (uitgifte: 07-09-2018, kamerstukken: 34912)
- Inwerkingtreding
11-10-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-2018, Stb. 2018, 304 (uitgifte: 14-09-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
1.
Als inbreuk op het auteursrecht op een werk van letterkunde, wetenschap of kunst, wordt niet beschouwd iedere handeling die noodzakelijk is voor:
- 1°
het omzetten van een gepubliceerd geschrift in een voor een leesgehandicapte toegankelijke vorm door een leesgehandicapte of een namens hem optredende persoon, mits de leesgehandicapte rechtmatig toegang heeft tot het gepubliceerde geschrift, het omgezette werk uitsluitend bestemd is voor gebruik door de leesgehandicapte en de integriteit van het gepubliceerde geschrift zoveel mogelijk geëerbiedigd wordt;
- 2°
het omzetten van een gepubliceerd geschrift in een voor een leesgehandicapte toegankelijke vorm door een toegelaten entiteit, mits de toegelaten entiteit rechtmatig toegang heeft tot het gepubliceerde geschrift, het omgezette werk uitsluitend bestemd is voor gebruik door een leesgehandicapte, en de integriteit van het gepubliceerde geschrift zoveel mogelijk geëerbiedigd wordt; en
- 3°
het openbaar maken van een omgezet werk als bedoeld onder 2, door een toegelaten entiteit aan een leesgehandicapte woonachtig in of een andere toegelaten entiteit gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie of een staat die partij is bij het Leesgehandicaptenverdrag, mits de openbaarmaking geschiedt met het oog op uitsluitend gebruik door de leesgehandicapte en plaatsvindt zonder winstoogmerk.
2.
Bij overeenkomst kan niet worden afgeweken van het in het eerste lid bepaalde.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de in Nederland gevestigde toegelaten entiteit voor het omzetten of openbaar maken, bedoeld in het eerste lid, onder 2° en 3°, ten behoeve van de maker of diens rechtverkrijgenden een billijke vergoeding is verschuldigd. Daarbij kunnen nadere regels worden gegeven en voorwaarden worden gesteld.