Besluit ex artikel 810a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
14-09-2001, Stb. 2001, 415 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-09-2001, Stb. 2001, 415 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Bijzondere onderwerpen
Besluit van 1 september 1995 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 810a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Justitie van 30 juli 1995, nr. 504458/95/6, Directie Wetgeving;
Gelet op artikel 810a, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;
De Raad van State gehoord (advies van 18 juli 1995, nr. W03.95.0329);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Justitie van 21 augustus 1995, nr. 508456/95/6, Directie Wetgeving;
Hebben goedgevonden en verstaan: