Einde inhoudsopgave
Algemene wet inzake rijksbelastingen
Artikel 67r [Openbaarmaking vergrijpboete]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
18-12-2019, Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2019, Stb. 2019, 512 (uitgifte: 27-12-2019, kamerstukken: 35303)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Boete
1.
De inspecteur maakt openbaar de voor bezwaar vatbare beschikking waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd aan een overtreder als bedoeld in artikel 5:1, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht vanwege een vergrijp als bedoeld in de artikelen 10a, 67cc, 67d, 67e of 67f of artikel 6.4 van de Wet bronbelasting 2021 dat door de overtreder opzettelijk is begaan tijdens de door hem beroepsmatig of bedrijfsmatig verleende bijstand bij het door de belastingplichtige of de inhoudingsplichtige voldoen aan diens uit een belastingwet voortvloeiende verplichtingen, binnen tien werkdagen na het laatste van de volgende momenten:
- a.
het moment van onherroepelijk worden van de beschikking tot openbaarmaking, bedoeld in het tweede lid;
- b.
het moment van onherroepelijk worden van de beschikking waarbij een bestuurlijke boete wordt opgelegd.
2
Het besluit tot openbaarmaking van de voor bezwaar vatbare beschikking waarbij een bestuurlijke boete wordt opgelegd wordt uiterlijk genomen op het moment van oplegging van die bestuurlijke boete en geschiedt bij voor bezwaar vatbare beschikking.
3
De inspecteur stelt de overtreder, bedoeld in het eerste lid, in de gelegenheid een zienswijze naar voren te brengen voordat hij besluit tot openbaarmaking als bedoeld in het eerste lid.
4.
De inspecteur gaat niet over tot openbaarmaking als bedoeld in het eerste lid indien de overtreder, bedoeld in het eerste lid, daardoor onevenredig in zijn belang zou worden getroffen.
5
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de toepassing van het derde en vierde lid.
6
Indien de inspecteur de voor bezwaar vatbare beschikking waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, bedoeld in het eerste lid, openbaar maakt, maakt hij tevens de volgende gegevens op de website van de Belastingdienst openbaar, voor zover deze niet reeds blijken uit die beschikking:
- a.
de naam van de overtreder;
- b.
de wettelijke grondslag van de boete;
- c.
het bedrag van de boete;
- d.
de dagtekening van de boete;
- e.
het jaar waarin de beboetbare gedraging is begaan;
- f.
de naam van de plaats waar de overtreder het vergrijp, bedoeld in het eerste lid, heeft begaan.
7
De voor bezwaar vatbare beschikking waarbij een bestuurlijke boete is opgelegd, bedoeld in het eerste lid, blijft gedurende een periode van vijf jaren na openbaarmaking beschikbaar op de website van de Belastingdienst.
8
De gegevens, bedoeld in het zesde lid, blijven gedurende een periode van vijf jaren na openbaarmaking beschikbaar op de website van de Belastingdienst.