Einde inhoudsopgave
Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar
Bijlage G Eindtermen boa openbaar vervoer
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2017
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
10-07-2017, Stcrt. 2017, 36058 (uitgifte: 10-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
11-07-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2017, Stcrt. 2017, 36058 (uitgifte: 10-07-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Voorfase
Gedragsspecifieke leerdoelen:
kennis | vaardigheden | elementen |
---|---|---|
1.0 Toezichthouder | Aanspreken als toezichthouder Discretionaire bevoegdheid Observatie Weet methode ‘de staan’ te hanteren | Verdachte aanspreken/ grenzen aangeven Herkennen wanneer boa- vaardigheden moeten worden ingezet Op juiste manier inzetten van de discretionaire bevoegdheid in de praktijk Inschatten observatie, doel, handelen, effect |
Kent de verschillen van rollen in houding als – Algemeen medewerker OV – Toezichthouder OV – Boa OV | Fysieke afstandbepaling Spreekstijl/argumenteren Professionaliteit vs persoonlijke mening Uitoefenen toezicht Kan vaststellen of sprake is van een overtreding Kan reiziger aanspreken vanuit rol toezichthouder | |
Aanpassen aan situatie | Taal Houding Stijl | |
Handelen naar afspraak | Kan afspraken maken en naar plan handelen | |
2.0 Staande houden, aanhouden en proces-verbaal | Kan als boa proces-verbaal aanzeggen | Aanzeggen proces-verbaal Gevolgen aanzeggen Proces-verbaal/ Proces-verbaal gesprek |
Proces-verbaal uitschrijven | Kan alle elementen van het proces verbaal in de praktijk toepassen tijdens het uitschrijven. Kan een verdachte proces verbaal aanzeggen Kan de verdachte op zakelijke en correcte wijze verhoren | |
Staande houden | Kan de verdachte in de praktijk staande houden en kent de wettelijke verplichtingen van de verdachte en kan die ook toepassen. Kan de verdachte uitleggen wat staande houden inhoudt in basis en onder druk Kan een verdachte vragen naar zijn persoonsgegevens in basis en onder druk | |
Aanhouden | Kan de verdachte in de praktijk aanhouden en kent zijn verplichtingen hierbij in de praktijk. Kan de verdachte uitleggen wat aanhouden inhoudt. In basis en onder druk | |
Gedoogplicht verdachte | Kan verdachte behandelen passend op de situatie en is in staat te handelen vanuit de wetenschap dat de verdachte niet hoeft mee te werken aan de eigen veroordeling | |
3.0 Assertiviteit | Assertiviteit | Kan de verdachte assertief te woord staan en weet welke gedragshulpmiddelen hem ten dienst zijn. Kan het verschil benoemen tussen assertief en agressief gedrag en herkent de gevolgen hiervan in de praktijk als boa |
4.0 Agressie | Onderscheid in vormen agressie – Instrumenteel – Emotioneel – Pathologisch | Kan de verschillende vormen van agressie herkennen Is in staat adequaat te reageren op verschillende vormen van agressie |
Kan omgaan met groepen Kan in groepen optreden | Kan groepsgedrag analyseren Is in staat een keuze te maken m.b.t. het optreden naar/in groepen Kan het effect van zijn handelen en het (mogelijke) gevolg daarvan op zijn omgeving inschatten/bepalen | |
Standvastigheid | Weet voet bij stuk te houden | |
5.0 Valse identiteitsgegevens | Onderzoek naar ‘echtheid’ identiteitsgegevens | Kan de verdachte op een effectieve manier testen op de juistheid van zijn gegevens Weet hoe hij inzage in het identiteitsbewijs kan vorderen in de praktijk |
6.0 Ambtsdwang | Omgang ambtsdwang | Kan in de praktijk ambtsdwang herkennen en de gedragsvaardigheden en de kennis toepassen die nodig zijn om professioneel met ambtsdwang om te kunnen gaan |
7.0 Belediging | Omgang belediging | Kan in de praktijk belediging herkennen en de gedragsvaardigheden en de kennis toepassen die nodig zijn om professioneel met belediging om te kunnen gaan. |
8.0 Omkoping | Omgang omkoping | Kan in de praktijk omkoping herkennen en de gedragsvaardigheden en de kennis toepassen die nodig zijn om professioneel om te gaan met omkoping en dit af te wenden |
9.0 Andere strafbare feiten van een boa | Omgang strafbare feiten van een boa | Kan in de praktijk de andere strafbare feiten van een boa herkennen en de gedragsvaardigheden en de kennis toepassen die nodig zijn om professioneel om te gaan met de andere strafbare feiten van een Boa en dit af te wenden |
10.0 Subsidiariteit | Kennis rationele emotiviteits theorie (RET) | Kan in de praktijk de subsidiariteit op een effectieve manier toepassen d.m.v. boa kennis gecombineerd met de ret |
11.0 Proportionaliteit | Kennis rationele emotiviteits theorie | Kan in de praktijk de proportionaliteit op een effectieve manier toepassen d.m.v. Boa kennis gecombineerd met de ret |
12.0 Wederspannigheid | Kennis rationele emotiviteits theorie | Kan in de praktijk wederspannigheid herkennen en hier op een professionele manier mee omgaan door toepassing van de ret |
Ondersteunende vaardigheden, geen verplicht onderdeel | Assistentie aanvragen | Kan assistentie aanvragen bij de meldkamer in basis en onder druk Kan de meldkamer voorzien van de juiste informatie ten behoeve van een assistentieaanvraag |
Samenwerken | Is in staat samen te werken met collega’s en hulpverlenende instanties | |
Aangifte | Kan een persoon met aangifte op de juiste wijze afhandelen of begeleiden |