FED 2020/132
Bevoegdheid van de inspecteur om met betrekking tot een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel af te wijken van de aangifte nadat de aanslag van de partner overeenkomstig diens aangifte is vastgesteld.
HR 26-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1111, m.nt. J.H.M. Arts
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2020
- Magistraten
Mrs. De Groot, Wortel, Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
19/04204
- Noot
J.H.M. Arts
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS234406:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Eigen woning
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1111, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2020
- Wetingang
Essentie
Bevoegdheid van de inspecteur om met betrekking tot een gemeenschappelijk inkomensbestanddeel af te wijken van de aangifte nadat de aanslag van de partner overeenkomstig diens aangifte is vastgesteld.
Samenvatting
De partner van de belanghebbende had voor de verwerving van een eigen woning een lening afgesloten bij zijn ouders. De looptijd van de lening was 30 jaar en de rente 9% per jaar. In 2015 heeft de partner € 24.365 rente op de lening aan zijn ouders betaald. De belanghebbende en haar partner hebben in hun aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2015 de negatieve belastbare inkomsten uit de eigen woning als gevolg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.