NJ 1961/361
Vaststelling ex aequo et bono van te vergoeden schade.
HR 03-02-1961, ECLI:NL:HR:1961:146, m.nt. Mr. L. E. H. Rutten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 1961
- Magistraten
Mrs. Donner, de Jong, Wiarda, Houwing en Petit
- Zaaknummer
[031961/NJ_1961-361]
- Conclusie
Mr. Eijssen
- Noot
Mr. L. E. H. Rutten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS138829:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:146, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑1961
- Wetingang
(BW art. 1401; Rv art. 199.)
Essentie
Vaststelling ex aequo et bono van te vergoeden schade.
Samenvatting
De rechter die zich in staat acht, den omvang van de schade, tot vergoeding waarvan een procespartij is gehouden, op grond van de hem ten dienste staande gegevens te begroten, is niet verplicht die partij tot een door haar met betrekking tot die schade aangeboden getuigenbewijs toe te laten. 1
Partij(en)
De C. V. Bloembollenkwekerij en -Handel P. J. van der Hulst's Zonen, te Hillegom, eiseres tot cassatie van een op 28 April 1960 door het Gerechtshof te Amsterdam tussen pp. gewezen arrest, adv. Mr. J. van der Plas, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.