NJ 2013/285
Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Bijzondere bevoegdheden. Bevoegdheid ten aanzien van een licentieovereenkomst. Begrip ‘verstrekking van diensten’. Verlening van licentie op intellectuele eigendomsrechten.
HvJ EG 23-04-2009, ECLI:EU:C:2009:257
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
- Datum
23 april 2009
- Magistraten
K. Lenaerts, T. von Danwitz, E. Juhász, G. Arestis, J. Malenovský
- Zaaknummer
C-533/07
- Conclusie
A-G V. Trstenjak
- LJN
BI3059
- JCDI
JCDI:ADS161674:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2009:257, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 23‑04‑2009
ECLI:EU:C:2009:34, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, 27‑01‑2009
- Wetingang
Art. 5, punt 1, sub a en b, tweede streepje EEX-Verordening (nr. 44/2001)
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens art. 68 en 234 EG, ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) bij beslissing van 13 november 2007.
Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken. Bijzondere bevoegdheden. Bevoegdheid ten aanzien van een licentieovereenkomst. Begrip ‘verstrekking van diensten’. Verlening van licentie op intellectuele eigendomsrechten.
Samenvatting
- 1.
Art. 5, punt 1, sub b, tweede streepje, EEX-Verordening moet aldus worden uitgelegd dat een overeenkomst waarbij de houder van een recht van intellectuele eigendom zijn medecontractant het recht verleent om tegen vergoeding gebruik te maken van dat recht, geen overeenkomst voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.