Einde inhoudsopgave
Advocatenwet
Artikel 45g [Bestuurlijke boete of last onder dwangsom]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
11-05-2022, Stb. 2022, 186 (uitgifte: 19-05-2022, kamerstukken: 35733)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-02-2024, Stb. 2024, 44 (uitgifte: 04-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De deken kan voor de overtreding van het bepaalde bij of krachtens een verordening als bedoeld in de artikelen 9b, zevende lid, 9c, tweede lid, en 28, tweede lid, onderdelen a tot en met d, een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom opleggen.
2.
De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste een bedrag van de geldboete van de derde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
3.
Een bestuurlijke boete wordt niet opgelegd indien tegen de advocaat jegens dezelfde gedraging een klacht is ingediend op grond van artikel 46c.
4.
Het bedrag van de opgelegde bestuurlijke boete en de verbeurde last onder dwangsom komt ten bate aan de Nederlandse orde van advocaten.
5.
Het bepaalde in het vierde lid is van overeenkomstige toepassing op een opgelegde bestuurlijke boete of een verbeurde last onder dwangsom op grond van de Wet kwaliteit incassodienstverlening.