Einde inhoudsopgave
Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof
Artikel 112 Vergadering van Staten die Partij zijn
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
17-07-1998, Trb. 2000, 120 (uitgifte: 17-10-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-07-2002, Trb. 2002, 135 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Internationaal strafrecht / Internationale tribunalen
1.
Een Vergadering van Staten die Partij zijn bij dit Statuut wordt hierbij ingesteld. Elke Staat die Partij is heeft één vertegenwoordiger in de Vergadering, die zich kan doen vergezellen door plaatsvervangers en adviseurs. Andere Staten, die dit Statuut of de Slotakte hebben ondertekend kunnen als waarnemers de Vergadering bijwonen.
2.
De Vergadering dient:
- a.
aanbevelingen van de Voorbereidende Commissie te behandelen en, voorzover dit in aanmerking komt, aan te nemen;
- b.
inzicht te verstrekken in het beheer aan het Presidium, de Aanklager en de Griffier met betrekking tot het dagelijks bestuur van het Hof;
- c.
de rapporten en activiteiten van het ingevolge het derde lid opgerichte Bureau te behandelen en in verband daarmee passende stappen te ondernemen;
- d.
de begroting voor het Hof te behandelen en daarover te beslissen;
- e.
te beslissen over een eventuele wijziging overeenkomstig artikel 36 van het aantal rechters;
- f.
vragen te behandelen inzake niet-samenwerking, ingevolge artikel 87, vijfde en zevende lid;
- g.
alle overige taken uit te oefenen die in overeenstemming zijn met dit Statuut of het Reglement van proces[lees: proces-] en bewijsvoering.
3
a.
De Vergadering beschikt over een Bureau dat bestaat uit een President, twee Vice-Presidenten en 18 leden die voor een ambtstermijn van drie jaar door de Vergadering worden gekozen.
b.
Het Bureau dient te beantwoorden aan maatstaven van evenredige vertegenwoordiging, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met een billijke geografische verdeling en het adequaat verdisconteren van de voornaamste rechtsstelsels van de wereld.
c.
Het Bureau vergadert zo vaak als nodig is, doch ten minste eens per jaar. Het staat de Vergadering ter zijde bij de vervulling van haar taken.
4.
De Vergadering kan de hulporganen instellen die zij noodzakelijk acht, waaronder een onafhankelijk toezichthoudende instelling ter inspectie, evaluatie en onderzoek van het Hof teneinde de doeltreffendheid en de financieel verantwoorde aanwending daarvan te bevorderen.
5.
De President van het Hof, de Aanklager en de Griffier of hun vertegenwoordigers kunnen, waar dit passend is, deelnemen aan bijeenkomsten van de Vergadering en van het Bureau.
6.
De Vergadering komt eens per jaar bijeen op de zetel van het Hof of op het Hoofdkantoor van de Verenigde Naties en houdt, wanneer de omstandigheden dit vereisen, speciale zittingen. Behoudens voorzover dit Statuut anders bepaalt worden speciale zittingen door het Bureau ambtshalve bijeengeroepen of op verzoek van een derde van de Staten die Partij zijn.
7.
Elke Staat die Partij is heeft één stem. Getracht wordt beslissingen in de Vergadering en in het Bureau bij consensus te nemen. Indien geen consensus kan worden bereikt, worden, tenzij dit Statuut anders bepaalt:
- a.
beslissingen over inhoudelijke kwesties goedgekeurd bij een tweederde meerderheid van degenen die aanwezig zijn en hun stem uitbrengen, met dien verstande dat een absolute meerderheid van Staten die Partij zijn het quorum vormt voor stemming;
- b.
beslissingen over procedurekwesties genomen bij een gewone meerderheid van de aanwezige Staten die Partij zijn en hun stem uitbrengen.
8.
Een Staat die Partij is en die zijn financiële bijdragen in de kosten van het Hof niet op tijd heeft betaald, heeft geen stem in de Vergadering en in het Bureau indien het bedrag van de achterstallige betaling gelijk is aan of hoger dan het bedrag van de bijdragen dat over de twee volle voorafgaande jaren verschuldigd is. Niettemin kan de Vergadering een dergelijke Staat die Partij is toestaan zijn stem in de Vergadering en in het Bureau uit te brengen indien zij ervan overtuigd is dat het uitblijven van de betaling te wijten is aan omstandigheden buiten de macht van de Staat die Partij is.
9.
De Vergadering stelt haar eigen huishoudelijk reglement vast.
10.
De officiële en werktalen van de Vergadering zijn die van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.