De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief
Einde inhoudsopgave
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/2.0:2.0 Introductie
De aanmerkelijkbelangregeling in internationaal perspectief (FM nr. 123) 2007/2.0
2.0 Introductie
Documentgegevens:
Mr. dr. F.G.F. Peters, datum 01-03-2007
- Datum
01-03-2007
- Auteur
Mr. dr. F.G.F. Peters
- JCDI
JCDI:ADS372285:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Buitenlands belastingplichtige
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Heffingsbevoegdheid
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
Inkomstenbelasting / Aanmerkelijk belang (box 2)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In dit hoofdstuk komt de regeling van het aanmerkelijkbelangregime in de inkomstenbelasting aan de orde. Begonnen wordt in paragraaf 2.1 met een korte bespreking van de achtergrond en de hoofdlijnen van het aanmerkelijkbelangregime. De kern van dit hoofdstuk wordt gevormd door de paragrafen 2.2 en 2.3. Paragraaf 2.2 behandelt de regeling in de nationale wet van de internationale aspecten van het aanmerkelijkbelangregime. Aan de orde komt zowel de doelstelling als de vormgeving van de regelingen van de buitenlandse belastingplicht en de diverse migraties. De nadruk zal hierbij liggen op de regelingen die internationaal het meest in het oog springen en die ook direct raken aan de verhouding tot andere landen: de vestigingsplaatsfictie in de buitenlandse belastingplicht en de exitheffingen bij emigratie van de aanmerkelijkbelanghouder en verplaatsing van de werkelijke leiding van de vennootschap uit Nederland. In paragraaf 2.3 wordt de regeling van de internationale aspecten van het aanmerkelijk belang als geheel beoordeeld. Het gaat daarbij met name om de vraag in hoeverre wordt voldaan aan de uitgangspunten die aan de regeling ten grondslag liggen en om een beoordeling van die uitgangspunten zelf, waarbij deze tevens op hun internationale aanvaardbaarheid worden getoetst. Afgesloten wordt in paragraaf 2.3.3.4 met een voorzet voor een fundamentele herijking van de regeling.