FED 2020/20
Op grond van de vernietiging van de uitnodiging tot betaling ontstaat een recht op rentevergoeding op grond van artikel 6:119 BW jo. artikel 28c Invorderingswet 1990.
HR 29-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1875, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 november 2019
- Magistraten
Mrs. Punt, Overgaauw, Van Loon, Fierstra, Van Hilten
- Zaaknummer
15/04667
- Noot
E. Thomas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS181202:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Invorderingsrente en betalingskorting
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1875, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑11‑2017
ECLI:NL:HR:2017:2820, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑11‑2017
- Wetingang
Art. 29, 28c Invorderingswet 1990; art. 6:120 BW
Essentie
Op grond van de vernietiging van de uitnodiging tot betaling ontstaat een recht op rentevergoeding op grond van artikel 6:119 BW jo. artikel 28c Invorderingswet 1990.
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt dat, nu het Hof van Justitie Vo. (EU) nr. 723/2011 ongeldig heeft verklaard, de bij die verordening ingestelde antidumpingrechten niet wettelijk zijn verschuldigd. Dientengevolge heeft belastingplichtige recht op een rentevergoeding, berekend vanaf de dag waarop die bedragen zijn betaald.
Uitspraak
In geschil is op welke schadevergoeding en tot welke hoogte belanghebbende recht heeft, gelet op het feit dat Uitvoeringsverordening (EU) nr. 723/2011 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.