NJ 1942/191
Interventie door eersten en door tweeden (en derden) hypotheekhouder, terwijl slechts een deel van het verhonden goed wordt onteigend. Berekening van het gedeelte der schadeloosstelling, dat aan de beide intervenienten toekomt. (Naar de waarde of naar de grootte van het onteigende in verhouding tot het geheel). Zelfstandige berekening door de Rechtb. (naar de grootte) in afwijking van de door partijen gemaakte berekening. Proceskosten in cassatie.
HR 15-10-1941, ECLI:NL:HR:1941:193
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 oktober 1941
- Magistraten
Mrs. van den Dries, Meckmann, Sinninghe Damsté, Hijink, Losecaat Vermeer.
- Zaaknummer
[15101941/NJ_1942-191]
- Conclusie
Mr. Berger
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS131993:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1941:193, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑10‑1941
- Wetingang
Essentie
Interventie door eersten en door tweeden (en derden) hypotheekhouder, terwijl slechts een deel van het verhonden goed wordt onteigend. Berekening van het gedeelte der schadeloosstelling, dat aan de beide intervenienten toekomt. (Naar de waarde of naar de grootte van het onteigende in verhouding tot het geheel). Zelfstandige berekening door de Rechtb. (naar de grootte) in afwijking van de door partijen gemaakte berekening. Proceskosten in cassatie.
Samenvatting
Art. 43 Onteig.wet is niet van openbare orde. Derhalve had de Rechtb. aan requirant tot cassatie (eersten hypotheekhouder) niet minder mogen toewijzen dan waarover partijen het eens waren geworden. (De tweede hypotheekhouder ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.