JWB 2011/149
Internationaal privaatrecht, exequatur, tenuitvoerlegging, weigering, exclusieve bevoegdheid, ambtshalve toetsing
HR 18-03-2011, ECLI:NL:HR:2011:BP1765
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
18 maart 2011
- Zaaknummer
10/01775
- LJN
BP1765
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Europees burgerlijk procesrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 18‑03‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1765, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑01‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2010
- Wetingang
Art. 22 Brussel I; art. 23 lid 5 Brussel I; art. 24 Brussel I; art. 25 Brussel I; art. 35 Brussel I
Essentie
Internationaal privaatrecht, exequatur, tenuitvoerlegging, weigering, exclusieve bevoegdheid, ambtshalve toetsing
Samenvatting
Casus
De verzoekers tot cassatie zijn op vordering van de verweerder in cassatie door de Duitse rechter veroordeeld om medewerking te verlenen aan de openbare verkoop van een aantal onroerende zaken die in Nederland zijn gelegen. De Duitse rechter heeft zich uitdrukkelijk bevoegd verklaard om van deze vordering kennis te nemen en het beroep op art. 22 sub 1 EEX-Vo verworpen. De voorzieningenrechter van de rechtbank heeft op verzoek van de verweerder in cassatie het verlof tot tenuitvoerlegging van deze beslissing verleend. De rechtbank heeft het verzoek van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.