NJ 1921, p. 648
HR, 04-04-1921
HR 04-04-1921, ECLI:NL:HR:1921:27
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 april 1921
- Magistraten
Voorzitter: Jhr. Mr. W. H. de Savornin Lohman. Raden: Mrs, H. Hesse, H. M. A. Savelberg, Jhr. P. L. van Meeuwen en B. Ort.
- Zaaknummer
[04041921/NJ_1921,_p._648]
- Conclusie
Mr. Besier
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS148966:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1921:27, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑04‑1921
- Wetingang
(Sr art. 200.)
Samenvatting
Voor het bestaan der bestemming, bedoeld bij art. 200 Sr., wordt niet meer vereischt dan dat het beslag op de goederen om tot die bestemming te dienen, is gelegd door een ambtenaar, welke in het algemeen tot die handeling bevoegd is, met inachtneming eventueel van de voor de bestaanbaarheid van het beslag voorgeschreven vormen.
Die bestemming valt niet weg, indien op andere gronden zou moeten worden aangenomen, dat het beslag niet rechtmatig was gelegd, of dat het niet toelaatbaar was.
Het woord „wegmaken" in bovengenoemd artikel moet ruim worden opgevat; daaronder is ook „wegnemen" begrepen, terwijl niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.