HR, 08-09-2015, nr. 14/02263
ECLI:NL:HR:2015:2472
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
08-09-2015
- Zaaknummer
14/02263
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2015:2472, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑09‑2015; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:1361, Gevolgd
In cassatie op: ECLI:NL:GHARL:2013:8818, Niet ontvankelijk
ECLI:NL:PHR:2015:1361, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 02‑06‑2015
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2015:2472, Gevolgd
- Vindplaatsen
SR-Updates.nl 2015-0356
Uitspraak 08‑09‑2015
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Advocaat-generaal bij het Hof wordt n-o verklaard in zijn cassatieberoep, nu door deze niet binnen de in art. 437.1 Sv genoemde termijn een schriftuur houdende middelen is ingediend.
Partij(en)
8 september 2015
Strafkamer
nr. S 14/02263
ARA/KD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 22 november 2013, nummer 21/002567-11, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Middelen van cassatie zijn door deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van het Openbaar Ministerie.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de Advocaat-Generaal bij het Hof niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft ingediend, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, eerste lid, Sv, zodat de Advocaat-Generaal bij het Hof in het beroep niet kan worden ontvangen.
3. Beslissing
De Hoge Raad verklaart de Advocaat-Generaal bij het Hof niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 september 2015.
Conclusie 02‑06‑2015
Inhoudsindicatie
OM-cassatie. Advocaat-generaal bij het Hof wordt n-o verklaard in zijn cassatieberoep, nu door deze niet binnen de in art. 437.1 Sv genoemde termijn een schriftuur houdende middelen is ingediend.
Nr. 14/02263 Zitting: 2 juni 2015 | Mr. T.N.B.M. Spronken Conclusie inzake: [verdachte] |
Verdachte is bij arrest van 22 november 2013 door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, wegens “mensenhandel, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd” veroordeeld tot 127 dagen gevangenisstraf.
Er bestaat samenhang tussen de zaken 13/06074, 13/06193, 14/00001, 14/02137, 14/02142 en 14/02144. In de zaken 13/06193 en 14/02137 is het cassatieberoep ingetrokken. In de overige zaken zal ik vandaag concluderen.
Het openbaar ministerie heeft op 6 december 2013 beroep in cassatie ingesteld. De aanzegging ingevolge art. 435, eerste lid, Sv is op 21 november 2013 verzonden. Art. 437, eerste lid, Sv schrijft voor dat, op straffe van niet-ontvankelijkheid, binnen een maand na verzending van de aanzegging als bedoeld in art. 435, eerste lid, Sv, door het openbaar ministerie een schriftuur houdende middelen wordt ingediend. Binnen de termijn als bedoeld in art. 437, eerste lid, Sv is geen schriftuur bij de Hoge Raad binnengekomen, zodat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in het ingestelde cassatieberoep.
Deze conclusie strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie in het beroep in cassatie.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG