Einde inhoudsopgave
Wet luchtvaart
Artikel 8a.1
Geldend
Geldend vanaf 30-06-2021
- Bronpublicatie:
26-05-2021, Stb. 2021, 286 (uitgifte: 18-06-2021, kamerstukken: 35664)
- Inwerkingtreding
30-06-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2021, Stb. 2021, 306 (uitgifte: 29-06-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen regels worden gesteld omtrent de aanleg, de inrichting, de uitrusting en het gebruik van luchthavens met het oog op de orde en de veiligheid op die luchthavens. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen categorieën luchthavens en tussen vormen van luchtvaart die gebruik maken van luchthavens.
2.
Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan ontheffing verlenen van de regels, bedoeld in het eerste lid. Deze ontheffing wordt slechts verleend indien:
- a.
als gevolg van bijzondere omstandigheden de regels in redelijkheid geen toepassing kunnen vinden, en
- b.
de veiligheid van de luchthaven en van het luchthavenluchtverkeer met het verlenen van een ontheffing niet in gevaar worden gebracht.
3.
Aan de ontheffing, bedoeld in het tweede lid, kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.
4.
De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag en de afgifte van de in het tweede lid bedoelde ontheffing of een wijziging daarvan, worden ten laste gebracht aan de aanvrager.
5.
De bedragen ter vergoeding van de kosten, bedoeld in het vierde lid, worden bij ministeriële regeling vastgesteld.
6.
Bij regeling van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kunnen regels worden gesteld omtrent het verrichten van grondafhandelingsdiensten op luchthavens.