BNB 2021/64
Niet horen bij kennelijk niet-ontvankelijk bezwaarschrift niet strijdig met unierechtelijk verdedigingsbeginsel
HR 22-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:84, m.nt. A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 januari 2021
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Van Loon
- Zaaknummer
19/03309
- Noot
A.E.H. van der Voort Maarschalk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS260166:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:84, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑01‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑01‑2021
- Wetingang
Essentie
Niet horen bij kennelijk niet-ontvankelijk bezwaarschrift niet strijdig met unierechtelijk verdedigingsbeginsel
Samenvatting
Belanghebbende heeft op aangifte BPM voldaan wegens de registratie van uit een andere lidstaat afkomstige gebruikte personenauto’s. De Inspecteur heeft de tegen de voldoening van BPM ingediende bezwaarschriften kennelijk niet-ontvankelijk verklaard wegens onverschoonbare termijnoverschrijding. In verband daarmee heeft de Inspecteur afgezien van het horen van belanghebbende. Volgens het Hof is het niet horen van belanghebbende niet in strijd met het verdedigingsbeginsel.
HR: Het unierechtelijke verdedigingsbeginsel verlangt niet dat de Inspecteur een belanghebbende vooraf hoort over zijn voornemen om een bezwaarschrift niet-ontvankelijk te verklaren indien het bezwaarschrift ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.