NJ 1934, p. 1578
HR, 05-01-1934
HR 05-01-1934, ECLI:NL:HR:1934:310, m.nt. Prof. E. M. Meijers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 januari 1934
- Magistraten
Mrs. Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, Polak, Servatius
- Zaaknummer
[05011934/NJ_1934,_p._1578]
- Conclusie
Tak
- Noot
Prof. E. M. Meijers
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104156:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1934:310, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑01‑1934
- Wetingang
(BW art. 1112-1171; WvK art. 16-35.)
Samenvatting
Vordering tot scheiding en deeling ten onrechte niet-ontv. verklaard, op grond, dat de vennootschap onder firma, welke aan de vordering ten grondslag was gelegd, bij gebreke van een akte, niet zoude zijn totstandgekomen.
Partij(en)
G. W. van Dillen Jr., koopman, wonende te Den Dolder, gemeente Zeist, eischer tot cassatie van een tusschen partijen gewezen arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 14 December 1932, advocaat Mr. F. J. de Jong;
tegen:
L. A. F. Th. Peuchen, buiten gemeenschap van goederen gehuwd met C, G. Kuehn, wonende te Haarlem, c.s., verweerders in cassatie, advocaat Mr. F. M. Westerouen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.