De door de rechtbank in de voetnoten als proces-verbaal aangeduide bewijsmiddelen zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door personen die daartoe bevoegd zijn en voldoen ook overigens aan de daaraan bij wet gestelde eisen.
Rb. Noord-Holland, 02-12-2013, nr. 15/740846-12 (P)
ECLI:NL:RBNHO:2013:11557
- Instantie
Rechtbank Noord-Holland
- Datum
02-12-2013
- Zaaknummer
15/740846-12 (P)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNHO:2013:11557, Uitspraak, Rechtbank Noord-Holland, 02‑12‑2013; (Eerste aanleg - meervoudig)
- Vindplaatsen
Uitspraak 02‑12‑2013
Inhoudsindicatie
Promis; oplichting via de site www.marktplaats.nl; bewezenverklaring; straftoemeting. Verdachte heeft zich – naar blijkt uit de bewezenverklaring - 33 keer schuldig gemaakt aan oplichting via de populaire internetsite marktplaats.nl, door een groot aantal advertenties te plaatsen en daarin goederen, veelal mobiele telefoons, te koop aan te bieden, terwijl hij tevoren wist dat hij deze goederen na ontvangst van de betaling niet wilde en kon leveren. Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen dat kopers bij gebruikmaking van deze website voor dergelijke aankopen, waarbij de levering geschiedt door toezending door de verkoper en veelal pas plaatsvindt nà betaling door de koper van de overeengekomen koopsom, in de betrouwbaarheid van de verkopers van dergelijke goederen stellen en mogen stellen, ernstig beschaamd. Daarbij heeft verdachte deze kopers benadeeld, waarbij de schadebedragen variëren van € 30,- tot € 160,-. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door de wens snel geld te verdienen om in zijn gokverslaving te voorzien.
RECHTBANK NOORD-HOLLAND
Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf
Locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/740846-12 (P)
Uitspraakdatum: 2 december 2013
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 18 november 2013 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
ingeschreven in de basisadministratie persoonsgegevens op het adres [adres].
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. M. Spruijt en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. S.L. Sarin, advocaat te Haarlem, naar voren hebben gebracht.
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na ter terechtzitting van 18 november toegestane wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 10 maart 2011 tot en met 20 juli 2012 te Beverwijk en/of elders in Nederland (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen, (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of het aannemen van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- [slachtoffer 1] en/of
- [slachtoffer 2] en/of
- [slachtoffer 3] en/of
- [slachtoffer 4] en/of
- [slachtoffer 5] en/of
- [slachtoffer 6] en/of
- [slachtoffer 7] en/of
- [slachtoffer 8] en/of
- [slachtoffer 9] en/of
- [slachtoffer 10] en/of
- [slachtoffer 11] en/of
- [slachtoffer 12] en/of
- [slachtoffer 13] en/of
- [slachtoffer 14] en/of
- [slachtoffer 15] en/of
- [slachtoffer 16] en/of
- [slachtoffer 17] en/of
- [slachtoffer 18] en/of
- [slachtoffer 19] en/of
- [slachtoffer 20] en/of
- [slachtoffer 21] en/of
- [slachtoffer 22] en/of
- [slachtoffer 23] en/of
- [slachtoffer 24] en/of
- [slachtoffer 25] en/of
- [slachtoffer 26] en/of
- [slachtoffer 27] en/of
- [slachtoffer 28] en/of
- [slachtoffer 29] en/of
- [slachtoffer 30] en/of
- [slachtoffer 31] en/of
- [slachtoffer 32] en/of
- [slachtoffer 33] en/of
- [slachtoffer 34] en/of
- [slachtoffer 35] en/of
- [slachtoffer 36]
heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende verdachte toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
- valselijk en/of in strijd met de waarheid op de internetsite www.marktplaats.nl een of meer advertentie(s) geplaatst waarin (een) goed(eren), zoals (onder meer) (een) mobiele telefoon(s) (van het merk Nokia en/of Apple en/of Blackberry en/of Samsung) en/of (een) toegangskaart(en) voor De Efteling en/of (een) computerspel(en) (genaamd Killzone 3), althans een goed te koop werd(en) aangeboden en/of
- met voornoemde perso(o)n(en) een prijs voor de aankoop van genoemd(e) goed(eren) overeengekomen en/of
- voornoemd(e) perso(o)n(en), verdachtes rekeningnummer of een rekeningnummer toebehorend aan een ander dan verdachte gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag overgemaakt diende te worden, en zich (aldus) (telkens) onder meer voorgedaan als een betrouwbaar verkoper,
waardoor die perso(o)n(en) (telkens) werd(en) bewogen tot afgifte van een geldbedrag (variërend van € 30,00 tot en met € 160,00), in elk geval van enig goed, en, nadat het voor genoemd(e) goed(eren) gevraagde geldbedrag was overgemaakt naar voornoemde rekening, die/dat te koop aangeboden goed(eren) (telkens) niet afgeleverd en/of opgestuurd aan/naar voornoemde perso(o)n(en);
2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Bewijs
3.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. De officier van justitie heeft enerzijds gewezen op de jurisprudentie van de Hoge Raad, waaruit volgt dat het zich enkel voordoen als een bonafide verkoper geen oplichtingmiddel in de zin van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht oplevert en op uitspraken van andere rechterlijke colleges die gedragingen als waarvan hier sprake is niet als oplichting hebben gekwalificeerd. Anderzijds heeft hij gewezen op een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 juni 2013 (ECLI:NL:GHARL:2013:4093), waarin bij vergelijkbare gedragingen als die aan verdachte zijn ten laste gelegd, het hof tot een bewezenverklaring van oplichting is gekomen. De officier van justitie heeft daarbij opgemerkt dat blijkens de wetsgeschiedenis de bescherming van het in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht strafbaar gestelde misdrijf weliswaar beperkt is, omdat van de deelnemers van het handelsverkeer wordt gevergd dat zij zorgvuldigheid betrachten bij het aangaan van overeenkomsten en zij de daaraan verbonden risico’s in beginsel dienen te aanvaarden, maar dat voor hem doorslaggevend is om tot een bewezenverklaring te requireren dat straffeloosheid van een persoon die bij het ten verkoop aanbieden van goederen op Marktplaats.nl willens en wetens stelselmatig misbruik maakt van vertrouwen, waarbij zelfs het algemeen vertrouwen in online handelsverkeer , in het geding kan komen, als zeer onbevredigend zal worden ervaren..
3.2 Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat de officier van justitie een ruimere uitleg van artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht voorstaat dan de wetgever heeft bedoeld. Ook door de Hoge Raad wordt in zijn algemeenheid die ruimere uitleg niet aanvaard. De officier van justitie voegt een nieuw element aan het artikel toe, namelijk het bedrieglijk gebruikmaken van een verwachtingspatroon. Nu dit element op zichzelf geen bruikbare maatstaf vormt om strafbaar bedrog van niet-strafbaar bedrog te scheiden, kan in casu niet gezegd worden dat de slachtoffers zich hebben gewapend tegen misbruik door vooronderzoek te doen alvorens het geldbedrag over te maken. Het feit kan derhalve niet bewezen worden en verdachte dient vrijgesproken te worden, aldus de raadsman.
3.3. Oordeel van de rechtbank
Voor de beantwoording van de vraag of verdachte zich met betrekking tot de ten laste gelegde feiten schuldig heeft gemaakt aan oplichting, gaat de rechtbank uit van de volgende werkwijze die doorgaans en ook in het onderhavige geval bij de verkoop van goederen via de internetsite www.marktplaats.nl door particulieren die geen webwinkel exploiteren, wordt toegepast.
Die particulieren die via de website www.marktplaats.nl veelal goederen van betrekkelijk geringe waarde, zoals bijvoorbeeld mobiele telefoons te koop aanbieden, doen dat doorgaans niet met gebruikmaking van hun volledige naam en adres, maar hetzij onder vermelding van alleen een voornaam of onder vermelding van een zogenaamde nickname. Daardoor beschikt degene die besluit om dit soort goederen via genoemde website te kopen, doorgaans niet over de volledige NAW-gegevens van degene die die goederen te koop aanbiedt. Tot verzending van deze aangekochte goederen zal de verkoper in het algemeen pas overgaan, nadat de koper het overeengekomen aankoopbedrag heeft voldaan. De koper zal er daarom bij voldoening van het overeengekomen aankoopbedrag op vertrouwen dat hij met een betrouwbare verkoper te maken heeft die na betaling de aangekochte goederen zal toezenden.
Het systeem van de verkoop van dit soort goederen via www.marktplaats.nl door particulieren die niet een webwinkel exploiteren, is daarom redelijkerwijs slechts bestaanbaar, wanneer de aspirant koper erop kan vertrouwen dat de verkoper een bonafide verkoper is die tot levering van de betaalde goederen zal overgaan. Nader onderzoek naar de identiteit en betrouwbaarheid van de aspirant verkoper voorafgaande aan het betalen van de overeengekomen koopprijs, mag – mede in aanmerking genomen de betrekkelijk geringe waarde van de aan te kopen goederen – redelijkerwijze van de aspirant koper niet zonder meer worden verlangd.
Daarbij verdient opmerking dat het voor de koper die het door hem bestelde goed heeft betaald, maar dit niet geleverd heeft gekregen, veelal niet eenvoudig dan wel slechts na het maken van hoge kosten valt te realiseren om het door hem ten onrechte betaalde bedrag terug te krijgen.
In dit verband dringt zich – zij het spiegelbeeldig - op een vergelijking met de restaurantbezoeker die zich door het bestellen en vervolgens nuttigen van eten en drinken, terwijl hij niet van plan is de te nuttigen waren te betalen, in welk geval wordt aangenomen dat er sprake is van oplichting door het aannemen van de valse hoedanigheid van bonafide restaurantbezoeker (HR 10 februari 1998, NJ 1998,497).
Op grond van hetgeen hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot het oordeel dat de maatschappelijke context, waarin vorenomschreven handel via www.marktplaats.nl plaatsvindt, meebrengt dat verdachte door zich als bonafide verkoper presenterende particulier die via voormelde website en derhalve anders dan via een webwinkel, goederen van betrekkelijk geringe waarde ten verkoop aanbiedt, maar die van meet af aan niet voornemens was de gekochte goederen na betaling door de kopers aan hen te verzenden, de valse hoedanigheid van bonafide verkoper aanneemt en aldus op listige wijze de kopers beweegt tot afgifte van de overeengekomen koopprijs.
3.4. Partiële vrijspraak
De rechtbank is van oordeel dat aan de stukken van het dossier alsmede het onderzoek ter terechtzitting niet het wettige en overtuigende bewijs is te ontlenen dat verdachte [slachtoffer 14], [slachtoffer 10] en [slachtoffer 20] heeft opgelicht. Verdachte dient derhalve in zoverre te worden vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
3.5. Redengevende feiten en omstandigheden1.
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit op grond van het volgende.
Op 22 december 2011 verschijnen verdachte en zijn ouders aan het politiebureau te Beverwijk. De ouders van verdachte melden dat zij aangifte willen doen van oplichting, gepleegd door verdachte op de internetsite www.marktplaats.nl. De moeder van verdachte toont een verbalisant een aantal bankafschriften, waarop de verbalisant ziet dat op het rekeningnummer [rekeningnummer 1], ten name van verdachte, op 1, 5, 16 en 19 december 2011 geldbedragen zijn bijgeschreven onder vermelding van ‘iphone’. Verdachte zei dat hij sommige mensen had opgelicht, maar niet allen.2.
Nader onderzoek wijst uit dat er in de periode van 10 maart 2011 tot en met 20 juli 2012 bij de politie door onder meer [slachtoffer 1], [slachtoffer 2], [slachtoffer 3], [slachtoffer 4], [slachtoffer 5], [slachtoffer 6], [slachtoffer 7], [slachtoffer 8], [slachtoffer 9], [slachtoffer 11], [slachtoffer 12], [slachtoffer 13], [slachtoffer 15], [slachtoffer 16], [slachtoffer 17], [slachtoffer 18], [slachtoffer 19], [slachtoffer 21], [slachtoffer 22], [slachtoffer 23], [slachtoffer 24], [slachtoffer 25], [slachtoffer 26], [slachtoffer 27], [slachtoffer 28], [slachtoffer 29], [slachtoffer 30], [slachtoffer 31], [slachtoffer 32], [slachtoffer 33], [slachtoffer 34], [slachtoffer 35] en [slachtoffer 36] aangifte is gedaan van oplichting via de internetsite www.marktplaats.nl. Al deze personen hebben gereageerd op een advertentie van verdachte, waarin door hem telkens een mobiele telefoon van de merken Apple of Nokia of, Blackberry of Samsung, respectievelijk een computerspel, Killzone 3, te koop werd aangeboden. Vervolgens zijn voornoemde personen met verdachte telkens een bedrag voor de aankoop van het aangeboden goed overeengekomen. Na overeenstemming over de te betalen koopprijs hebben de voornoemde personen dit overeengekomen bedrag zoals vermeld in de hierna onder 3.7 opgenomen bewezenverklaring (variërend van € 30,- tot € 160,-) op de rekening van verdachte of op een door hem gebruikt rekeningnummer overgemaakt. Verdachte zou hierna het aangekochte goed toezenden aan voornoemde personen. Verdachte heeft telkens het door hem in de advertentie aangeboden goed niet toegezonden aan de aangevers.3.
Verdachte die in Beverwijk woonde, heeft ten overstaan van de politie bekend dat hij via de internetsite www.marktplaats.nl ongeveer vijfentwintig mensen heeft opgelicht. Verdachte plaatste telkens een advertentie waarin hij een goed te koop aanbood, terwijl hij wist dat hij het goed niet kon leveren. Het ging daarbij voornamelijk om mobiele telefoons. Verdachte besloot het geld dat hij ontving, te houden.4.Verdachte heeft ter terechtzitting - zakelijk weergegeven verklaard dat hij in de periode van 10 maart 2011 tot en met 22 december 2011 op www.marktplaats .nl goederen te koop heeft aangeboden, waarvan hij tevoren wist dat hij die, na ontvangst van de overeengekomen aankoopprijs niet zou leveren aan de kopers en dat hij dat ook na zijn invrijheidstelling op 23 december 2011 nog een aantal keren heeft gedaan..5.
3.6. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande dat
hij op tijdstippen in de periode van 10 maart 2011 tot en met 20 juli 2012 te Beverwijk en/of elders in Nederland telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen, telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid
- [slachtoffer 1] en
- [slachtoffer 2] en
- [slachtoffer 3] en
- [slachtoffer 4] en
- [slachtoffer 5] en
- [slachtoffer 6] en
- [slachtoffer 7] en
- [slachtoffer 8] en
- [slachtoffer 9] en
- [slachtoffer 11] en
- [slachtoffer 12] en
- [slachtoffer 13] en
- [slachtoffer 15] en
- [slachtoffer 16] en
- [slachtoffer 17] en
- [slachtoffer 18] en
- [slachtoffer 19] en
- [slachtoffer 21] en
- [slachtoffer 22] en
- [slachtoffer 23] en
- [slachtoffer 24] en
- [slachtoffer 25] en
- [slachtoffer 26] en
- [slachtoffer 27] en
- [slachtoffer 28] en
- [slachtoffer 29] en
- [slachtoffer 30] en
- [slachtoffer 31] en
- [slachtoffer 32] en
- [slachtoffer 33] en
- [slachtoffer 34] en
- [slachtoffer 35] en
- [slachtoffer 36]
heeft bewogen tot de afgifte van geld, hebbende/zijnde verdachte toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven -
- valselijk en in strijd met de waarheid op de internetsite www.marktplaats.nl advertenties geplaatst waarin goederen, zoals onder meer mobiele telefoons van de merken Nokia en Apple en Blackberry en Samsung, en een computerspel ,genaamd Killzone 3, te koop werden aangeboden en
- met voornoemde personen een prijs voor de aankoop van genoemde goederen overeengekomen en
- voornoemde personen, verdachtes rekeningnummer of een rekeningnummer toebehorend aan een ander dan verdachte gegeven waarop het overeengekomen geldbedrag overgemaakt diende te worden, en zich aldus telkens onder meer voorgedaan als een betrouwbaar verkoper,
waardoor die personen telkens werden bewogen tot afgifte van een geldbedrag, variërend van € 30,00 tot en met € 160,00, en, nadat het voor genoemde goederen gevraagde geldbedrag was overgemaakt naar voornoemde rekeningen, die te koop aangeboden goederen telkens niet afgeleverd en/of opgestuurd aan/naar voornoemde personen;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
4. Strafbaarheid van het feit
Het bewezenverklaarde levert op:
oplichting, meermalen gepleegd.
5. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
6. Motivering van de straf
6.1. Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van vier (4) maanden onder de bijzondere voorwaarden zoals verwoord in het ten aanzien van verdachte opgestelde reclasseringsadvies gedateerd 3 oktober 2013 en voorts tot een taakstraf voor de duur van tweehonderdveertig (240) uren, bij niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door honderdtwintig (120) dagen hechtenis, met dien verstande dat - naar de maatstaf van twee (2) uren per dag - er in totaal twee (2) uren taakstraf voor de in verzekering doorgebrachte tijd in mindering worden gebracht.
6.2. Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en het aldaar besproken reclasseringsadvies gedateerd 3 oktober 2013 is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich – naar blijkt uit de bewezenverklaring - 33 keer schuldig gemaakt aan oplichting via de populaire internetsite marktplaats.nl, door een groot aantal advertenties te plaatsen en daarin goederen, veelal mobiele telefoons, te koop aan te bieden, terwijl hij tevoren wist dat hij deze goederen na ontvangst van de betaling niet wilde en kon leveren. Verdachte heeft door zijn handelen het vertrouwen dat kopers bij gebruikmaking van deze website voor dergelijke aankopen, waarbij de levering geschiedt door toezending door de verkoper en veelal pas plaatsvindt nà betaling door de koper van de overeengekomen koopsom, in de betrouwbaarheid van de verkopers van dergelijke goederen stellen en mogen stellen, ernstig beschaamd. Daarbij heeft verdachte deze kopers benadeeld, waarbij de schadebedragen variëren van € 30,- tot € 160,-. Verdachte heeft zich enkel laten leiden door de wens snel geld te verdienen om in zijn gokverslaving te voorzien.
Ten nadele van verdachte heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat verdachte – naar blijkt uit de inhoud van het strafdossier en zijn verklaring ter terechtzitting - is doorgegaan met de oplichting van mensen, nadat hij in verband met door hem gepleegde oplichtingen door zijn ouders naar het politiebureau was gebracht en nadat hij na inverzekeringstelling en verhoor weer in vrijheid was gesteld.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter, nu niet is gebleken dat verdachte eerder als verdachte met de politie en justitie in aanraking is gekomen, bepalen dat deze straf vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van twee (2) jaren, opdat verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd opnieuw schuldig te maken aan een strafbaar feit. Daarnaast acht de rechtbank – gelet op het advies van de reclassering - verplicht contact met en begeleiding door Reclassering Nederland noodzakelijk. Een voorwaarde van die strekking zal aan het voorwaardelijk deel van de op te leggen straf worden verbonden.
De rechtbank is van oordeel dat aan verdachte daarnaast een taakstraf van het na te noemen aantal uren moet worden opgelegd.
7. Vorderingen van de benadeelde partijen
De hieronder opgesomde benadeelde partijen hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het ten laste gelegde feit hebben geleden.
- [slachtoffer 1], een geldbedrag van € 100,- (koopsom Blackberry telefoontoestel);
- [slachtoffer 2], een geldbedrag van € 120,- (koopsom Apple iPhone 3GS telefoontoestel);
- [slachtoffer 3], een geldbedrag van € 45,- (koopsom Nokia N95 (8gb) telefoontoestel);
- [slachtoffer 5], een geldbedrag van € 89,95 (koopsom Nokia E72 telefoontoestel);
- [slachtoffer 13], een geldbedrag van € 36,- (koopsom dvd Avatar);
- [slachtoffer 16], een geldbedrag van € 68,05 (koopsom Apple iPhone 3 (16gb) telefoontoestel);
- [slachtoffer 17], een geldbedrag van € 160,- (koopsom Apple iPhone 3GS telefoontoestel);
- [slachtoffer 19], een geldbedrag van € 41,- (koopsom Nokia N95 telefoontoestel);
- [slachtoffer 21], een geldbedrag van € 50,- (koopsom Nokia N95 telefoontoestel);
- [slachtoffer 22], een geldbedrag van € 106,75 (koopsom Apple iPhone telefoontoestel inclusief betaalde verzendkosten);
- [slachtoffer 27], een geldbedrag van € 90,- (koopsom Apple iPhone telefoontoestel), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 23 februari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- [slachtoffer 28], een geldbedrag van € 40,- (koopsom Apple iPhone 3 telefoontoestel);
- [slachtoffer 30], een geldbedrag van € 76,75 (koopsom Blackberry 9780 telefoontoestel);
inclusief betaalde verzendkosten);
- [slachtoffer 34], een geldbedrag van € 106,75 (koopsom Apple iPhone 3GS telefoontoestel);
- [slachtoffer 36], een geldbedrag van € 91,75 (koopsom Apple iPhone telefoontoestel inclusief betaalde kosten voor het opvragen rekeningafschrift);
- [slachtoffer 31], een geldbedrag van € 100,- (koopsom Apple iPhone 3GS telefoontoestel).
De rechtbank is van oordeel dat deze voornoemde schadebedragen tot het telkens gevorderde bedrag rechtstreeks voortvloeien uit het onder 3.7. bewezen verklaarde feit. De vorderingen zullen derhalve worden toegewezen, waarbij bij ten aanzien van de vordering van de benadeelde [slachtoffer 27] ook de gevorderde wettelijke rente zal worden toegewezen.
Aangezien de rechtbank verdachte zal vrijspreken van de feiten die betrekking hebben op benadeelde partijen [slachtoffer 14], [slachtoffer 10],en [slachtoffer 20] zal zij deze benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaren in hun vordering. Eveneens zal zij de benadeelde partij [slachtoffer 37] niet ontvankelijk verklaren in de vordering, nu een feit waarop de vordering van [slachtoffer 37] is gebaseerd, niet is ten laste gelegd.
Voorts zal de rechtbank de benadeelde partij [slachtoffer 25] niet ontvangen in haar vordering, nu deze vordering kennelijk ziet op een ander feit dan hetgeen de rechtbank bewezen acht.
De rechtbank zal echter ten aanzien van deze benadeelde partij ambtshalve de schadevergoedingsmaatregel toepassen, nu uit de inhoud van het strafdossier is gebleken dat deze benadeelde partij wel schade heeft geleden als gevolg van verdachtes handelen. Het gaat daarbij om de door de benadeelde partij betaalde koopsom (€ 30,-) voor een niet door verdachte geleverd computerspel genaamd Killzone 3.
Met betrekking tot de toegekende vorderingen van de benadeelde partijen zal de rechtbank tevens, nu daarvoor gezien het onder 3.6. bewezen verklaarde handelen van verdachte [kort gezegd: oplichting, meermalen gepleegd] aanleiding voor bestaat, de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen.
8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
14a, 14b, 14c, 36f, 57 en 326 van het Wetboek van Strafrecht.
9. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 3.6. weergegeven;
verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij;
bepaalt dat het bewezen verklaarde de hierboven onder 4. vermelde strafbare feiten oplevert;
verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van VIER (4) MAANDEN, met bevel dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van TWEE (2) JAREN aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of ten behoeve van vaststelling identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
meldingsgebod
stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich zal melden binnen zeven (7) dagen na de uitspraak van dit vonnis bij Reclassering Nederland op het adres (2015 BJ) Haarlem, Zijlweg 148c en zich hierna zal blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
behandelverplichting
stelt als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zal deelnemen aan de gedragsinterventie GI-RN Cognitieve Vaardigheden (CoVa-training);
veroordeelt verdachte tot het verrichten van TWEEHONDERDVEERTIG (240) UREN taakstraf, bij het niet (naar behoren) verrichten daarvan te vervangen door HONDERDTWINTIG (120) DAGEN hechtenis.
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht, met dien verstande dat voor elke dag die verdachte in verzekering heeft doorgebracht twee uren taakstraf, subsidiair één dag hechtenis, in mindering worden gebracht.
vorderingen benadeelde partijen
wijst toe de vorderingen tot vergoeding van
- de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 100,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 1], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 2] tot een bedrag van € 120,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 2], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 3] tot een bedrag van € 45,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 3], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 5] tot een bedrag van € 89,95 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 5], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 13] tot een bedrag van € 36,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 13], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 16] tot een bedrag van € 68,05 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 16], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 17] tot een bedrag van € 160,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 17], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 19] tot een bedrag van € 41,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 19], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 21] tot een bedrag van € 50,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 21], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 22] tot een bedrag van € 106,75 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 22], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 27] tot een bedrag van € 90,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, aan voornoemde [slachtoffer 27], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 28] tot een bedrag van € 40,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 28], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 30] tot een bedrag van € 76,75 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 30], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 33] tot een bedrag van € 96,75 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 33], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 34] tot een bedrag van € 106,75 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 34], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 36] tot een bedrag van € 91,75 en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 36], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
- de benadeelde partij [slachtoffer 31] tot een bedrag van € 100,- en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, aan voornoemde [slachtoffer 31], rekeningnummer [rekeningnummer benp];
telkens tegen behoorlijk bewijs van kwijting;
en verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer 14], [slachtoffer 10], [slachtoffer 37], [slachtoffer 20] en [slachtoffer 25] niet ontvankelijk in hun vordering;
oplegging schadevergoedingsmaatregel
en legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat te betalen ten behoeve van:
- de benadeelde partij [slachtoffer 1] een bedrag van € 100,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door twee (2) dagen hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 2] een bedrag van € 120,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door twee (2) dagen hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 3] een bedrag van € 45,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 5] een bedrag van € 89,95, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 13] een bedrag van € 36,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 16] een bedrag van € 68,05, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 17] een bedrag van € 160,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door drie (3) dagen hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 19] een bedrag van € 41,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 21] een bedrag van € 50,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 22] een bedrag van € 106,75, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door twee (2) dagen hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 25] een bedrag van € 30,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 27] een bedrag van € 90,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 28] een bedrag van € 40,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 30] een bedrag van € 76,75, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 33] een bedrag van € 96,75, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 34] een bedrag van € 106,75, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door twee (2) dagen hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 36] een bedrag van € 91,75, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door één (1) dag hechtenis;
- de benadeelde partij [slachtoffer 31] een bedrag van € 100,-, bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door twee (2) dagen hechtenis;
telkens met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
bepaalt dat betalingen aan elk van deze benadeelde partijen in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan één of meer van deze benadeelde partijen.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. M.P.J. Ruijpers, voorzitter,
mr. R.E.A. Toeter en mr. J.J.M. Uitermark, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.J. de Vries, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 december 2013.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 02‑12‑2013
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2011 (dossierpagina’s 039-041).
Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] d.d. 24 augustus 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 081-087), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] d.d. 20 augustus 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 088-094), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] d.d. 3 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 095-101), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 4] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 102-108), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 109-117), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 118-124), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 7] d.d. met bijlagen (dossierpagina’s 125-131), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 8] d.d. 19 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 132-138), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 9] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 139-144), het proces-verbaal van aangifte van 24 juni 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 152-158), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 12] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 159-165), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 13] d.d. 4 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 166-171), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 15] d.d. 5 juni 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 179-185), het proces-verbaal van [slachtoffer 16] d.d. 17 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 186-192), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 17] d.d. 25 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 193-199), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 18] d.d. 6 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 200-208), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 19] d.d. 6 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 209-217), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 21] d.d. 8 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 227-237), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 22] d.d. 4 mei 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 238-244), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 23] d.d. 24 maart 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 245-251), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 24] d.d. 13 februari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 252-261), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 25] d.d. 3 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 262-270), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 26] d.d. 14 april 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 271-279), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 27] d.d. 5 maart 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 280-286), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 28] d.d. 1 maart 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 287-294), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 29] d.d. 23 maart 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 295-301), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 30] d.d. 23 mei 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 302-308), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 31] d.d. 13 april 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 309-315), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 32] d.d. 11 april 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 316-322), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 33] d.d. 17 april 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 323-329), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 34] d.d. 12 april 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 330-337), het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 35] d.d. 3 januari 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 347-353) en het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 36] d.d. 20 juli 2012 met bijlagen (dossierpagina’s 359-365).
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 23 december 2011 (dossierpagina’s 33-38).
De verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 18 november 2013.