V-N 2022/40.15
Zonder verzoek geen immateriëleschadevergoeding
HR 16-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1225, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16 september 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/01517
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS661930:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑09‑2022
ECLI:NL:HR:2022:1225, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat in art. 47 alinea 2 van het EU-Handvest het recht op berechting binnen een redelijke termijn ligt besloten, maar daaruit vloeit niet voort dat de rechter zonder dat daartoe een verzoek is gedaan een schadevergoeding wegens het overschrijden van die termijn moet toekennen.
Samenvatting
Aan X bv is een naheffingsaanslag BPM opgelegd. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is in hoger beroep de redelijke termijn overschreden, maar, gelet op HR 19 februari 2016, 14/03907, V-N 2016/13.4, blijft toekenning van een immateriëleschadevergoeding achterwege. X bv heeft daartoe namelijk geen verzoek gedaan. X bv stelt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.