RBP 2019/48
Dwangsom. Is een met een dwangsom versterkt bevel tot onthouding van opschorting, inhouding of verrekening een veroordeling tot betaling van een geldsom?
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:579
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/00574
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS59139:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Insolventierecht / Faillissement
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overgang en tenietgaan verbintenissen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:579, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:158, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑02‑2018
- Wetingang
Art. 611a Rv
Essentie
Dwangsom. Betaling geldsom.
Is een met een dwangsom versterkt bevel tot onthouding van opschorting, inhouding of verrekening een veroordeling tot betaling van een geldsom?
Samenvatting
Ciran is een zorginstelling en VGZ een zorgverzekeraar. Vanaf 15 maart 2017 heeft VGZ de door Ciran ingediende declaraties niet meer betaald met een beroep op onjuist declaratiegedrag van Ciran en een daaruit voortvloeiende (tegen-)vordering van Ciran. VGZ heeft inmiddels een bedrag van circa € 7.000.000 verrekend met openstaande declaraties van Ciran over 2017. Ciran is in 2018 failliet verklaard. In kort geding heeft Ciran van VGZ betaling gevorderd van de uitstaande declaraties en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.