Einde inhoudsopgave
Ambtsinstructie politie BES
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Aruba, Curacao, Sint Maarten, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van het Koninkrijk.
- Bronpublicatie:
30-09-2010, Stb. 2010, 367 (uitgifte: 06-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2010, Stb. 2010, 387 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt bij de Rijkswet politie van Curacao, van Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba (07-07-2010, Stb. 337) tegelijk in werking met art. I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen (07-09-2010, Stb. 333).
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
De ambtenaar die geweld heeft aangewend, meldt de feiten en omstandigheden dienaangaande, alsmede de gevolgen hiervan, onverwijld aan zijn meerdere of een door de korpschef aangewezen functionaris.
2.
De melding, bedoeld in het eerste lid, wordt door de meerdere of de door de korpschef aangewezen functionaris terstond vastgelegd, waarbij gebruik wordt gemaakt van het model, zoals opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
3.
De korpschef wijst in elk bureau een functionaris aan die het opmaken van de in het eerste en tweede lid bedoelde melding coördineert en begeleidt.
4.
De melding, bedoeld in het tweede lid, wordt door de korpschef binnen vierentwintig uur na ontvangst ter kennis gebracht van de officier van justitie, dan wel door de commandant van de Koninklijke marechaussee van de officier van justitie ingeval het een militair als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ambtenaar, onder d en e, betreft, indien:
- a.
de gevolgen van het aanwenden van geweld daartoe naar het oordeel van de korpschef of de commandant van de Koninklijke marechaussee aanleiding geven;
- b.
het aanwenden van geweld lichamelijk letsel van meer dan geringe betekenis dan wel de dood heeft veroorzaakt, of
- c.
gebruik is gemaakt van een vuurwapen en daarmee één of meer schoten zijn gelost.
5.
In geval van bijzondere bijstandseenheden die als collectief optreden, berust de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting tot schriftelijke vastlegging en inlevering bij degene die belast is met de leiding van de betrokken eenheid.
6.
De betrokken ambtenaar of de leidinggevende, bedoeld in het vijfde lid, wordt door de meerdere regelmatig op de hoogte gehouden van de afhandeling van de melding en de schriftelijke vastlegging.