Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2001/29/EG betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij
Artikel 3 Recht van mededeling van werken aan het publiek en recht van beschikbaarstelling van ander materiaal voor het publiek
Geldend
Geldend vanaf 22-06-2001
- Bronpublicatie:
22-05-2001, PbEG 2001, L 167 (uitgifte: 22-06-2001, regelingnummer: 2001/29/EG)
- Inwerkingtreding
22-06-2001
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2001, PbEG 2001, L 167 (uitgifte: 22-06-2001, regelingnummer: 2001/29/EG)
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Naburige rechten
1.
De lidstaten voorzien ten behoeve van auteurs in het uitsluitende recht, de mededeling van hun werken aan het publiek, per draad of draadloos, met inbegrip van de beschikbaarstelling van hun werken voor het publiek op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn, toe te staan of te verbieden.
2.
De lidstaten voorzien ten behoeve van:
- a)
uitvoerend kunstenaars, met betrekking tot de vastleggingen van hun uitvoeringen,
- b)
producenten van fonogrammen, met betrekking tot hun fonogrammen,
- c)
producenten van de eerste vastleggingen van films, met betrekking tot het origineel en de kopieën van hun films, en
- d)
omroeporganisaties, met betrekking tot de vastleggingen van hun uitzendingen, ongeacht of deze uitzendingen via de ether of per draad plaatsvinden, uitzendingen per kabel of satelliet daaronder begrepen,
in het uitsluitende recht, de beschikbaarstelling voor het publiek, per draad of draadloos, op zodanige wijze dat de leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd er toegang toe hebben, toe te staan of te verbieden.
3.
De in de leden 1 en 2 bedoelde rechten worden niet uitgeput door enige handeling, bestaande in een mededeling aan het publiek of beschikbaarstelling aan het publiek overeenkomstig dit artikel.