NJB 2015/2243

Verschoonbare termijnoverschrijding instellen hoger beroep? Rechtsmiddeltermijnen zijn van openbare orde en overschrijding door de verdachte van de termijn voor hoger beroep betekent in de regel dat de verdachte niet-ontvankelijk in diens beroep is. Dit gevolg kan daaraan uitsluitend dan niet worden verbonden, indien sprake is van bijzondere, de verdachte niet toe te rekenen omstandigheden welke de overschrijding van de termijn verontschuldigbaar doen zijn. Daarvan in casu geen sprake in geval waarin verdachte tijdig aan de secretaresse van de raadsman had doorgegeven dat zij wilde dat er hoger beroep werd ingesteld, waarin de secretaresse verdachte vervolgens heeft toegezegd dat hoger beroep zou worden ingesteld, maar waarin de raadsman uiteindelijk heeft verzuimd dit tijdig te doen. De verdachte heeft echter niet meer gedaan dan haar wens om hoger beroep in te stellen aan de secretaresse van haar raadsman kenbaar te maken, zonder zich later ervan te vergewissen of haar raadsman aan deze wens gehoor heeft gegeven. Dat de raadsman heeft nagelaten tijdig hoger beroep in te stellen, komt daardoor voor risico van de verdachte. De rechtspraak van het EHRM dwingt in zo’n geval niet tot een ander oordeel