Einde inhoudsopgave
Wet dieren
Artikel 9.15 Heffing houden van dieren in de uitoefening van een bedrijf
Geldend
Geldend vanaf 21-04-2021
- Bronpublicatie:
05-07-2017, Stb. 2017, 313 (uitgifte: 20-07-2017, kamerstukken: 34570)
- Inwerkingtreding
21-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-03-2021, Stb. 2021, 168 (uitgifte: 06-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
De diergezondheidsheffing wordt geheven ter zake van het houden in de uitoefening van een bedrijf van:
- a.
kippen;
- b.
kalkoenen;
- c.
eenden;
- d.
schapen;
- e.
geiten;
- f.
varkens;
- g.
runderen.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere diersoorten worden aangewezen dan die, genoemd in het eerste lid, waarvoor met ingang van een datum die is gelegen na het tijdstip van inwerkingtreding van die maatregel, de diergezondheidsheffing wordt geheven met dien verstande dat, ingeval de betrokken heffing wordt ingevoerd gedurende het kalenderjaar, de heffing in dat kalenderjaar wordt geheven over het nog niet verstreken deel van dat jaar.
3.
De diergezondheidsheffing wordt, in afwijking van het eerste en tweede lid, niet geheven voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen diersoorten indien het aantal dieren dat van die diersoort op het bedrijf wordt gehouden niet meer bedraagt dan een in die maatregel voor die diersoort bepaald aantal.